Wanneer we het hebben over de werking van een placebo, weten we dat het gaat om de positieve effecten die ontstaan door het gebruik van een bepaald middel. Dit middel is echter niet werkzaam en geneest of verbetert dus niets. Toch worden deze placebo’s geregeld ingezet en zijn mensen soms gebaat bij het innemen van placebo’s. Het effect van zo’n middel kan dus in een aantal gevallen een aanzienlijke boost geven aan de verbetering van gezondheidsklachten.
In NRC Handelsblad las ik onlangs over een tegenhanger van het placebo-effect. Hierin wordt beschreven dat het effect van een zogenaamde nocebo waarschijnlijk zelfs groter is dan van een placebo. Ondanks de geringe onderzoeken met betrekking tot de invloed van de nocebo, blijkt de werking vooral afhankelijk te zijn van de omstandigheden waarin de nocebo wordt ervaren. Een bezorgde blik van een arts, negatieve verhalen in de media omtrent ziektes of medicijnen of het lezen van een bijsluiter kunnen immers achtereenvolgend zorgen voor minder vertrouwen en een mogelijke verminderde werking van medicatie of behandelingen.
Positieve framing
Volgens onderzoeker Jeremy Howick (University of Oxford) zou je bij een nocebo het psychologische effect dat positieve framing heet kunnen inzetten. Hierbij probeer je bepaalde negatieve gedachten of gevoelens om te zetten naar iets positiefs. Een voorbeeld hiervan zou kunnen zijn om de bijsluiters van medicatie te herschrijven. In positieve(re) vorm, welteverstaan. ‘Eén op de tien gebruikers krijgt last van hoofdpijn’ kan bijvoorbeeld eenvoudig worden herschreven door: ‘negen op de tien gebruikers slikken dit middel zonder hoofdpijn te krijgen’. Om het geheel een optimistischere draai te geven zouden bijsluiters vervolgens ook minder uitgebreid kunnen zijn of juist enkel op een site te lezen zijn. Dit is echter in geen geval mogelijk, volgens de medisch-ethische commissie.
Onaangekondigde schriftelijke overhoring
Het inzetten van positieve framing is in het onderwijs ook aan de orde van de dag. Dagelijks wordt het onderwijzend personeel op alle scholen geconfronteerd met talloze nocebo-situaties die leerlingen en ouders de stuipen op het lijf kunnen jagen en voor een bepaalde mate van (onnodige) stress of onduidelijkheid kunnen zorgen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een onaangekondigde schriftelijke overhoring, het krijgen van een invaller waar je als leerling niet zo’n klik mee hebt, het vooruitzicht op dat lastige wiskundehoofdstuk, het zien van die pester van vorig jaar en de negatieve berichten in de groepsapp over het nieuwe lesrooster dat volgende week in zal gaan. Het zijn stuk voor stuk voorbeelden van triggers en aannames die er bij voorbaat voor kunnen zorgen dat bepaalde verwachtingen worden geschept, nog voordat een bepaalde situatie zich daadwerkelijk voordoet...
Drie componenten
Het nocebo-effect, dat iemand in een of meerdere situaties met zich mee kan dragen, is volgens het artikel in NRC Handelsblad te verdelen in drie componenten: de negatieve verwachting (het krijgen van een onverwachte overhoring kan leiden tot een paniekreactie), de sociale context (de invloed van omgevingsfactoren) en de biologische aanleg (genetisch bepaalde factoren). Hieruit blijkt dat niet iedereen even gevoelig is voor bepaalde nocebo-triggers van buitenaf. Echter, een verbale en non-verbale uiting die positiviteit, aandacht, betrokkenheid en veiligheid kan waarborgen, zou in dit geval veel problemen en onzekerheden kunnen wegnemen.
Laten we deze wetenschap nu eens doorvoeren op een hoger niveau. Kunnen we dan wellicht tot de conclusie komen dat een probleem als het lerarentekort minder groot zou zijn, wanneer we nationaal het positieve framen zouden inzetten in de strijd tegen het nocebo-effect dat nu vaak heerst in de media en onder de bevolking? Ik hoop dat we met de nodige hulp dan binnenkort ook kunnen gaan spreken van een nieuw fenomeen: het yescebo-effect.
Pascal Cuijpers
(Docent VO, publicist en auteur)
www.pcuijpers.nl
© Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers