Kleinere klassen leiden niet tot betere cijfers onder leerlingen, blijkt uit onderzoek door economen. Toch pleit onderzoeker Peter Blatchford in zijn boek Rethinking Class Size voor kleinere klassen. Want: de leraar moet de klap van een groter wordende klas opvangen. En dat leidt weer tot meer werkdruk en burn-out. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond.
NOG
'De leraar moet de klap van een grotere klas opvangen'
-Tot nu toe is het effect van kleinere klassen niet aangetoond: als je de gemiddelde grootte van een aantal schoolklassen afzet tegen de gemiddelde cijfers die de leerlingen behalen op standaardtesten, dan blijkt er nauwelijks verschil te zijn tussen de resultaten van leerlingen uit grote en uit kleine klassen.
Auteur Peter Blatchford van het boek Rethinking Class Size onderzocht zelf wat erin de klas gebeurt en kwam tot andere conclusies. In een kleine klas heb je als leraar meer aandacht voor je leerling. Dat vertaalt zich in meer tijd voor directe feedback en het nakijken van huiswerk, en meer tijd om er achter te komen wat een leerling individueel nodig heeft.
Toch lijkt dit niet direct te leiden tot betere cijfers. Volgens Blatchford kijken economische onderzoekers enerzijds vaak alleen naar de resultaten op taal en rekenen, terwijl onderwijs zo veel meer is dan deze vakken alleen. Anderzijds wijst hij erop dat in grotere klassen de leraar meer klassikaal les moet geven en minder tijd heeft voor de individuele leerling. Dit zorg voor stress, werkdruk en mogelijk een burn-out.
Een optimale klassengrootte kan Blatchford niet geven, maar wel: kleiner is beter. “Een leraar moet per uur tientallen beslissingen nemen die allemaal beïnvloed worden door het aantal leerlingen in de klas. Leraren moeten het doen. Neem hen dan ook serieus.”
Door: Nationale Onderwijsgids