De Inspectie van het Onderwijs heeft voor het eerst de leesvaardigheid van leerlingen in het voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs (v(s)o) onderzocht. Het onderzoek toont aan dat de meeste leerlingen op weg zijn om de beoogde eindniveaus voor lezen te behalen, maar dat de leesresultaten in het vmbo-basis/kader (b/k) achterblijven. Dit meldt de PO-Raad.
Uit het onderzoek blijkt dat:
- De meerderheid van de vmbo-gemengde/theoretische (g/t) leerlingen in het tweede leerjaar op of boven het 1F-niveau leest.
- Havo-, vwo- en vso-leerlingen in dezelfde leerjaren overwegend het 2F-niveau behalen of overstijgen.
- Tweederde van de vmbo-b/k-leerlingen in de tweede klas nog onder het 1F-niveau blijft.
- Voor praktijkonderwijs onterecht wordt gerapporteerd dat leerlingen het 1F-niveau niet halen, terwijl dit niveau pas aan het eind van de opleiding geldt als streefdoel.
Naast het meten van leesvaardigheid brengt het onderzoek ook in kaart hoe scholen hun leesonderwijs hebben ingericht en hoe leerlingen tegen lezen aankijken.
Leesplezier en leesmotivatie blijven achter
Hoewel leerlingen over het algemeen positief zijn over hun eigen leesvaardigheid, tonen ze weinig leesmotivatie of plezier in lezen. Als ze lezen voor hun plezier, doen ze dit vooral via sociale media. Slechts een klein percentage (minder dan 10%) besteedt meer dan een uur per schooldag aan het lezen van boeken. Bovendien blijkt dat een aanzienlijk deel van de leerlingen zelden of nooit voor het plezier een boek leest:
- Bij havo- en vwo-leerlingen geldt dit voor een derde.
- Bij vmbo-b/k-leerlingen ligt dit percentage tussen 60% en 66%.
- Bij vso-leerlingen leest twee vijfde nooit een boek voor het plezier.
Belang van nieuwe kerndoelen
De resultaten benadrukken de urgentie van nieuwe kerndoelen in het onderwijs. Vorige maand drongen diverse onderwijsorganisaties, zoals de AOb, CNV en VO-raad, er bij de Tweede Kamer op aan om deze doelen volgens planning in te voeren. De nieuwe kerndoelen zijn ontworpen om doorlopende leerlijnen te versterken en bieden scholen duidelijke richtlijnen. Ze zijn getest in de praktijk en genieten brede steun binnen het onderwijsveld.