De Denktank Jeugdsprong vindt de Hervormingsplannen voor Jeugdzorg van staatssecretaris Van Ooijen goede richtingen bevatten, maar te onduidelijk. Dat meldt Stichting Public Space Foundation.
Er is een nieuwe brief van staatssecretaris van Ooijen waarin hij zijn hervormingsplannen voor de jeugdzorg neerlegt. Deze brief staat vandaag op de agenda van de Tweede Kamer, maar zal nog lang daarna op allerlei plaatsen besproken, verkend en beoordeeld worden ter bepaling van de verdere koers van de jeugdzorg.
Uitgebreide inhoudelijke reactie
Dr. Steven P.M. de Waal, voorzitter van Public Space Foundation, was voorzitter van Jeugdsprong en schreef in overleg met initiatiefnemers van de Denktank Maaike van der Aar (landelijk bestuurder FNV Jeugdzorg) en Thijs Jansen (directeur Stichting Beroepseer) een uitgebreide inhoudelijke reactie op deze plannen.
We herkennen voorstellen uit ons manifest: de jeugdzorg breder aan laten sluiten op de ‘civil society’, toewerken naar een krachtige 1e lijns jeugdzorg, een nationale instantie oprichten die inhoudelijk en ‘evidence based’ de kwaliteit van jeugdzorg (mee) gaat beoordelen, de lokale inkoop van jeugdzorg verbeteren, de verbetering van de rechtsbescherming in de jeugdbeschermingsketen en een maatschappelijk debat over de grenzen en toegevoegde waarde van de publiek gefinancierde jeugdzorg.
Grootste missers of omissies
Veel is echter niet herkenbaar en er zijn ook cruciale randvoorwaarden of uitwerkingen van deze elementen gemist. Dit zijn er veel, en die zijn beschreven in de uitgebreide reactie, hier volstaan de grootste missers of omissies:
• Een sterke professionele 1e lijns jeugdzorg kan alleen in een private (non-profit), dus onafhankelijke en professionele organisatie. De rijksoverheid zou richtlijnen moeten uitvaardigen hoe deze eruit moet zien en dat iedere gemeente deze verplicht moet hebben.
• De politiek en ambtenarij moeten verre blijven van een mening over noodzakelijke of goede zorg in het algemeen en zeker voor deze patiënt in deze leefsituatie, dat is het exclusieve terrein van zorgprofessionals.
• Over de meest actuele en revolutionaire ontwikkeling waar de hele samenleving en dus ook de zorg middenin zit, digitalisering, met ook een enorm effect op patiënten en zorgprofessionals, ontbreekt ieder woord.
• Onze voorstellen om de kwaliteit van besturen van zorginstellingen en van hun werkgeverschap te monitoren en verbeteren zijn niet opgenomen.
• Lokale ondeskundigheid bij de inkoop van gespecialiseerde jeugdzorg wordt onderkend maar vervolgens opgeschaald naar even ondeskundige, regionale bestuurlijke verbanden. Ons voorstel bevatte de inrichting van regionale zorgcoöperaties, waar wel deskundigheid en oordeelsvorming uit de zorgpraktijk over deze gespecialiseerde zorgaanbieders in wordt georganiseerd en gebruikt.
• Hoe wordt er geleerd van de gemaakte fouten uit 2015 en de ervaringen daarna? Wat is er verbeterd sinds de gemeenten meer regie hebben? Welk maatschappelijk ondernemerschap moeten we overeind houden en stimuleren? Hoe wordt lokale zorginkoop strenger (wat ook nu al best had gekund) naar zorgaanbieders qua aantallen, zorgdiensten, kwaliteit, kosten en winstuitkering?
• Van een fout heeft men in ieder geval niets geleerd: opnieuw boekt de rijksoverheid vooraf, op basis van deze vage plannen, alvast 1,5 miljard bezuinigingen in. De enige manier waarop dat in zorg aantoonbaar en hard kan, is door de kosten van de directe zorgproductie te verminderen. Dat soort maatregelen ontbreken, omdat deze natuurlijk maatschappelijk en politiek zeer gevoelig zijn. Accepteer dan ook dat je deze financiële ‘opbrengst’ nu nog niet kent.
De polder
Het proces rondom het manifest van Denktank Jeugdsprong toont aan dat het heersende lage publieke vertrouwen in politiek en polder behoorlijk terecht is. De rijksoverheid winkelt in het manifest en pakt de politiek en ambtelijk gemakkelijkste elementen eruit, maar zonder de bijbehorende hardere maatregelen. De polder heeft zich sinds het verschijnen van ons manifest afgesloten voor de kritische partijen die daaraan meegedaan hebben. Dus als een van de weinigen stuur je een integraal, vrijwillig gemaakt en goed gedocumenteerd en bediscussieerd manifest in, maar daarna mag je niet meepraten en anderen wel. Men ondergraaft daarmee zichzelf, ‘de polder’ is nu net bedoeld voor het tijdig en open overleg met alle belanghebbenden en perspectieven. Dit is weinig vertrouwenwekkend of hoopgevend, ook al is er nu een frisse, welwillende bewindspersoon, dat het beter gaat.
Door: Nationale Onderwijsgids