Prof. Dr. P. Robert-Jan Simons is al heel zijn leven bezig met het thema ‘leren’. Eerst richtte hij zich op het leren van middelbare scholieren, daarna op het leren op de werkplek bij bedrijven en scholen. Tijdens het 1801-congres ‘De kracht van formatief evalueren’, droomde hij over zijn ideale school.
Driejarige brede brugklas
Hoe ziet jouw ideale school eruit en wat is ervoor nodig om deze te realiseren? “Ik zou de zeven schooltypes in het voortgezet onderwijs en de Cito-toetsen afschaffen”, zegt Robert-Jan. “Op mijn ideale school zitten leerlingen tot hun vijftiende bij elkaar in een driejarige, brede brugklas. Zo kunnen ze zich in hun eigen tempo ontwikkelen. Kinderen worden nu te vroeg ingedeeld in een schooltype, wat leidt tot ongelijke kansen.”
“Om leerlingen te laten leren is het belangrijk dat ze begrijpen waaróm ze iets moeten leren”, zegt Robert- Jan. “Dit leg je het beste uit door jouw passie voor het vak te laten zien en leerlingen te vertellen waarom jij iets leuk en belangrijk vindt. De dialoog tussen leraar en leerling is essentieel! In de praktijk gaan veel docenten de waaromvraag uit de weg, omdat ze het antwoord niet weten.”
Vakintegratie en technologie
Vakintegratie is ook belangrijk, net als werken vanuit concrete toepassingscontexten. “Spinoza20first in Amsterdam werkt vakoverstijgend en met contextrijke projecten om het onderwijs meer te laten lijken op de wereld buiten het schoolgebouw. Zo zou ik het ook doen”, zegt Robert-Jan. “Daarnaast zou ik veel gebruikmaken van technologie. Dat geeft ruimte voor zelfstandig én samenwerkend leren, ondersteunt projecten, biedt context en verbreedt je horizon.”
Feedback op het proces
Op de ideale school van Robert-Jan staat het leren centraal. “Leraren formuleren duidelijke leerintenties en succescriteria en praten hierover met de leerlingen. Formatieve toetsvormen zijn gevarieerd – portfolio, project, presentatie, werkstuk, essay, een zelfgemaakte toets – en er wordt vooral feedback gegeven op het proces. Er is een wederzijdse dialoog tussen leerling en leraar, waarbij de feedback van de leerling aan de leraar het belangrijkst is.”
Durf de methode los te laten
“Het is leraren te gemakkelijk gemaakt”, stelt Robert- Jan. “Ze zijn bang geworden om af te wijken van de methode, om de controle kwijt te raken. Het alternatief is moeilijk, maar strip methoden tot de basis. Sluit aan bij wat er gebeurt in de wereld en in het leven van kinderen en verbind dat met je vak. Ga als leraar Engels bijvoorbeeld aan de gang met het winnende Songfestival-liedje. Zo maak je lesgeven leuker en persoonlijker en pak je de regie terug over het onderwijs. Een faciliterende leraar, daar leer je niks van. Een activerende leraar, die heeft impact!”
In de ideale school is tot slot ruimte voor coaching. “Het is belangrijk dat leraren leren hoe ze feedback kunnen geven en dat ze vaker op hun handen moeten zitten. Leraren zijn gaandeweg steeds harder gaan werken en leerlingen steeds minder. Terwijl, je moet het onderwijs zo organiseren dat de leerling harder moet werken dan de leraar. ‘Dat kunnen mijn leerlingen niet’, hoor ik vaak. Waarop ik dan zeg: ‘Toen ze kleuter waren, konden ze het nog. Zijn ze het verleerd?’ Alleen wanneer je leerlingen de kans geeft, kunnen zij je aangenaam verrassen.”
Wil je met ons sparren over jouw ideale school?
Neem contact op met Anne Jan van den Dool, manager advies voortgezet onderwijs, via a.vddool@1801.nl of tel: 088 1801 706