Voorzitter Jan Sinnige: “Dit is vooral problematisch voor studenten waarvan hun ouders niet kunnen bijspringen. De cijfers liegen er niet om: de drempel om te studeren blijft hoger worden. Daarom moet de Minister met Prinsjesdag met concrete maatregelen komen om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs te verbeteren.” 

De belangrijkste reden van de koopkrachtdaling is onder andere de afschaffing van de basisbeurs en het steeds hoger wordende collegegeld. Sinnige: “Sinds de invoering van het leenstelsel, hangt er steeds meer af van wie je bent of waar je vandaan komt. Dijsselbloem en Bussemaker moeten nu met meer komen dan een Gelijke Kansen-alliantie, maar ook concrete maatregelen aankondigen.”

 

Sinds de invoering van het leenstelsel is het Nibud gestopt met berekenen van de koopkracht. Daarom heeft het ISO zelf het heft in handen genomen bij de berekening. Vroeger werd een student in koopkracht gecompenseerd op de basisbeurs. De basisbeurs is afgeschaft en het collegegeld blijft alsmaar stijgen. Volgens het ISO is één van de mogelijke maatregelen bevriezing van het collegegeld bij inschrijving. Dan weet een student waar hij vier jaar lang op kan rekenen. Sinnige: “Dijsselbloem kondigde een forse koopkrachtreparatie aan. We willen dat hij studenten hierin meeneemt, maar we vrezen het ergste.”