Kinderen met ADHD krijgen vaak te horen dat ze stil moeten zitten, want dan kunnen ze zich beter concentreren. Hun beweeglijkheid zou ze namelijk afleiden. Maar het tegendeel blijkt waar te zijn: kinderen met ADHD leren juist beter door te bewegen!
Druk gedrag
Kinderen met ADHD vinden het moeilijk om hun aandacht langere tijd op iets te richten en zijn snel afgeleid door hetgeen dat om hen heen gebeurt. Het voortdurend reageren op de omgeving en gevolg geven aan impulsen veroorzaakt het kenmerkende drukke gedrag van personen met ADHD. Deze kinderen kunnen ook erg onrustig zijn in impulsieve doelloze bewegingen, ze zijn dan altijd aan het friemelen en prutsen. Dit drukke gedrag leidt op school dan ook vaak tot problemen.
Bewegen
Uit onderzoek (*) van Sarver, Rapport, Friedman, Kofler en Raiker (2015) is gebleken dat kinderen met ADHD bij het uitvoeren van werkgeheugentaken motorisch beweeglijker zijn. Het werkgeheugen is het systeem waarmee informatie tijdelijk kan worden opgeslagen en opgehaald voor het uitvoeren van een taak. Hierbij valt te denken aan bewegingen als friemelen of schommelen met de voet. Door de beweging zouden ze namelijk effectiever gebruik maken van hun werkgeheugen. Deze beweeglijkheid heeft namelijk een belangrijke functie in het onthouden van informatie en het uitvoeren van complexe taken. Wanneer kinderen met ADHD dus stil moeten zitten tijdens het werken, zijn ze minder goed in staat om te leren en taken uit te voeren. Daarom zouden kinderen met ADHD meer de ruimte moeten krijgen om op school tijdens het werk te bewegen.
Bewegen in de klas
Onze boodschap is niet: laat ze maar rondrennen door het lokaal, maar je moet hun beweeglijkheid faciliteren zodat ze alert kunnen blijven tijdens werkgeheugen taken.
Het is belangrijk om kinderen met ADHD geregeld toe te staan om even uit de bank op te staan of even te rennen, maak duidelijk wanneer motorische onrust niet is gewenst en wijs het kind daarop indien nodig. Een korte pauze tussen de opdrachten waarin motorische activiteit wordt toegestaan dient zeker aanwezig te zijn.
* Sarver, D.E., Rapport, M.D., Friedman, L.M., Kofler, M.J., & Raiker, J.S. (2015). Hyperactivity in Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD): Impairing Deficit or Compensatory Behavior? Journal of Abnormal Child Psychology.
© Nationale Onderwijsgids / Maltha studiecoaching