Je kent het wel. Het ‘toe nou even’ momentje. Op het moment dat jij nét je les bent gestart en er een verdwaasde leerling voor de derde keer te laat binnen komt. ("Sorry! Heus! Maar vanaf nu mevrouw…") Of wanneer jij op je vrije zondagmiddag je hele ziel en zaligheid in een les hebt gestopt ("Nee sorry, geen terras voor mij. Ik moet nog even lessen voorbereiden") en je maandagochtend vol trots je les draait met als enige input: "Mevrouw…mogen we pauze?"
Momentjes
Ik besloot deze momentjes te sparen. Tot ik erachter kwam dat deze helaas niet zo schaars zijn als ik had gehoopt. Regelmatig betrapte ik mezelf op deze momentjes. Soms trotseerde ik ze vol goede moed. Schudde ik een flauwe grap uit mijn mouw en kon ik er weer tien minuten tegen aan. Soms wierpen ze een schaduw over de les en lukte het me niet meer om de les voor mezelf bevredigend te beëindigen. En soms, al geef ik dat liever niet toe, hadden deze momentjes mij in de ban. Wanneer dit gebeurde stelde ik mezelf krampachtig dezelfde vragen. Waar ging het mis? Te theoretisch? Te weinig verdieping? Sloot ik niet bij de leerlingen aan? Vaak kwam ik bedrogen uit. Er moest ergens een blinde vlek zijn waar ik niet bij kon komen. Sparren met collega’s bood tijdelijk verlichting ("Het is ook een lastige klas…") maar het bleef een schrale troost. Een pleister op de wond waarvan enkel ik het bestaan ken.
Puzzelstukjes
Door het schooljaar heen vielen er enkele puzzelstukjes op z’n plaats. Langzaam begon ik de leerlingen te kennen. Merel bijvoorbeeld. Altijd te laat en bezweet kwam ze aan. Toen ik haar naar haar woonplaats vroeg, moest ze dit twee keer herhalen. Ze bleek met twee bussen en één trein te gaan en al gauw anderhalf uur onderweg te zijn. Of David. Nooit een boek mee en altijd maar gapen. Mijn ‘toe nou even’ momentjes die ik bij hem had ervaren, waren niet meer op één hand te tellen. Tot de aap uit de mouw kwam. Hij liep niet alleen stage, hij deed ook nog veel vrijwilligerswerk, speelde in een bandje en was vakkenvuller.
Inzicht
Hoe meer leerlingen ik les gaf, hoe meer inzicht ik kreeg in mogelijke achtergronden. Terwijl ik het sneu voor mezelf vond dat ik een middagje terras had laten schieten in verband met de voorbereiding van mijn les, zaten er tegelijkertijd leerlingen in de klas die de hele nacht in de kroeg hadden gewerkt om hun studie te kunnen betalen. Die, buiten school om, complete dagen voor hun zieke moeder hadden gezorgd. Die niet het eerste uur spijbelen, maar ‘stiekem’ naar de psycholoog gingen.
Bijzondere leerlingen
Het werd me steeds meer duidelijk dat het zoeken naar mijn eigen blinde vlek weinig zin heeft. Hoe beter ik de leerlingen leer kennen, hoe beter ik hun gedrag kan plaatsen. Het zijn vaak ook hardwerkende jonge volwassenen. Die soms opgroeien in hartverscheurende situaties. Die op 16-jarige leeftijd al enorm veel levenservaring met zich mee dragen. Het is een wonder dat sommige leerlingen de kracht vinden om überhaupt naar school te komen. Ja, dat ze bijzonder zijn, heeft een aantal leerlingen mij afgelopen tijd wel duidelijk gemaakt.
Pleister
Toch werd het voor mij vorige week pas écht duidelijk. Ik volgde een training, acht uren lang. Halverwege de dag vocht ik tegen mijn dichtvallende oogleden. Ongelooflijk, wat kan een dag lang duren. Toen de trainer vroeg waar we behoefte aan hadden schreeuwde ik het nog net niet uit. "Mogen we een pauze?" Ik schrok van de kracht van mijn eigen woorden. Enigszins beschaamd keek ik hem aan. Au. Ik hoopte maar dat hij een pleister bij zich had.