Veel universiteiten en hogescholen in Nederland zijn bezig met plannen om hun kantines duurzamer te maken. Vleesvrije kantines worden steeds vaker onderdeel van deze ambities, volgens duurzaamheidsexperts. Hoewel niet iedereen hier enthousiast over is, wordt de verschuiving richting een plantaardiger aanbod door velen gezien als een noodzakelijke stap voor de toekomst. Dit meldt NOS.
Volgens Reint Jan Renes, lector klimaatpsychologie aan de Hogeschool van Amsterdam, werkt bijna elke instelling in het hoger onderwijs aan plannen om het voedselaanbod plantaardiger te maken. Hij vergelijkt deze overgang met de manier waarop roken op instellingen ooit werd ontmoedigd. De overstap naar meer plantaardige voeding wordt beschouwd als een onomkeerbare ontwikkeling. Renes benadrukt dat de kennisinstellingen zelf vaak de inzichten leveren die de noodzaak van deze veranderingen onderbouwen.
TU Delft loopt voorop
De Technische Universiteit Delft is een van de voorlopers op dit gebied. In de bouwkundefaculteit is sinds 2021 al geen vlees meer te verkrijgen. Daarnaast heeft de universiteit nog twee andere locaties met vleesloze restaurants en wil zij tegen 2030 een aanbod realiseren dat voor 95 procent vleesvrij en 90 procent plantaardig is.
Hoogleraar Andy van den Dobbelsteen stelt dat het verminderen van de CO2-uitstoot een van de belangrijkste motivaties is. Hij wijst erop dat een vleesdieet twee keer zoveel uitstoot veroorzaakt als een plantaardig dieet. Hoewel de huidige politieke steun voor dergelijke maatregelen beperkt is, beschouwt de universiteit de vleesvrije kantine als een succes. Uit evaluaties blijkt dat het eten beter wordt gewaardeerd dan vroeger.
Diverse benaderingen
Niet elke instelling kiest voor een vleesvrije toekomst. De HAS Green Academy in Den Bosch, waar veel agrariërs worden opgeleid, kiest ervoor om zich te richten op het verduurzamen van vleesproductie. Een woordvoerder van de hogeschool legt uit dat hun focus ligt op het vinden van toekomstbestendige manieren om vlees te blijven eten.
Momenteel bestaat het aanbod van de hogeschool voor de helft uit dierlijke en voor de helft uit plantaardige eiwitten. Tegelijkertijd heeft de school doelen gesteld om tegen 2026 minstens 50 procent van de voedingsmiddelen biologisch en lokaal in te kopen. Dit beleid moet niet alleen de ecologische voetafdruk verkleinen, maar ook de lokale economie ondersteunen.
Een groeiende beweging
De ontwikkelingen laten zien dat veel instellingen in het hoger onderwijs serieus bezig zijn met verduurzaming van hun catering. Hoewel de invulling varieert, is duidelijk dat de eiwittransitie een belangrijk thema is in de zoektocht naar een duurzamere toekomst.
Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer