Het archief in het tekenlokaal telt inmiddels vier volle lades, twee kasten en talloze mappen met daarin verschillende opdrachten en lesbrieven uit een, al dan niet, recent verleden. Bij toeval stuitte ik onlangs op een opdracht die ik een aantal keren in mijn beginjaren heb gegeven aan de derde klassen havo en vwo: de doos van Pandora.
Tijdens het uitwerken van deze opdracht verdiepten de leerlingen zich eerst in het mythologische verhaal van Pandora. Zij was een verleidelijke, jonge vrouw, die tijdens haar huwelijk met Epimetheus een prachtig versierde doos kreeg van oppergod Zeus. Hij vertelde haar dat als ze gelukkig wilde leven, ze deze doos nóóit mocht openen. De nieuwsgierigheid overwon en Pandora besloot na enige tijd de doos toch te openen. Ze werd vervolgens overweldigd door ellende, tegenslag, ziekte, pijn en verdriet. Als laatste ontsnapte er een vogel uit de doos. Het was een symbool voor hoop, als troostend symbool voor de mensheid. Met deze kennis gingen de leerlingen vervolgens aan de slag om een eigen werkstuk omtrent dit mythologische verhaal te maken. Het resulteerde vaak in prachtige en originele uitingen, waarbij de emotie in kleurrijke verbeeldingen van het karton spatte.
Voorbode
Ter inspiratie had ik destijds als bijlage een artikel uit de krant, dat stamt uit het begin van het vorige decennium, toegevoegd. De kop luidde: 'Doos van Pandora: terugkeer van een dodelijk virus'. Ondanks het feit dat ik dit artikel kende en meerdere keren in de klas had besproken voorafgaande aan deze opdracht, werd ik, mede door de actualiteit, weer getriggerd door de kop boven het stuk. De inleiding bestond uit de vraag of ziektes als de destijds actuele vogelpest, een voorbode zouden zijn van een nieuwe en dodelijke epidemie, die ook onder mensen zou kunnen huishouden?
Levensgevaarlijk griepvirus steekt vaker de kop op
In de eerste alinea lees ik dat 'geregeld virussen van dieren op mensen zijn overgesprongen' en dat een nieuwe overstap van een dierenvirus op de mens het schrikbeeld is van de viroloog.' Ook worden bijvoorbeeld de zeer besmettelijke vleermuizen die in de grotten van Maleisië wonen en muizen die met het, voor mensen, dodelijke Hanta-virus zijn besmet genoemd. Verderop wordt er gevraagd of de angst voor het openen van de doos van Pandora overdreven is, of dat er toch echt reden is voor ongerustheid? Het antwoord hierop luidt, dat 'deze eeuw een levensgevaarlijk griepvirus een of meerdere keren de kop op zal steken en dat het de vraag is hoe lang het zal duren voordat een volgende pandemie van een dodelijke ziekte zal plaatsvinden.' Daarnaast wordt terloops erbij geschreven dat regeringen en de farmaceutische industrie dan 'niet of onvoldoende zijn voorbereid op een eventuele uitbraak...'
Futuristisch maar reëel
De huidige tijdgeest maakt dat ik het artikel en de gemaakte werkstukken van destijds momenteel met andere ogen bekijk. Het stuk is vanuit een futuristische, maar tegelijkertijd reële, blik beschreven aan de hand van de wetenschap van toen. Het 'toen' dat opeens het 'nu' is geworden. Het onvermijdelijke nu, waarvan we binnen een aantal maanden veel te weten zijn gekomen, maar ons ook heeft opgezadeld met nog veel meer vragen en onzekerheid. Terwijl ik overweeg om de opdracht nogmaals in de derde klassen havo en vwo te geven, stel ik vast dat we niet allemaal in de toekomst kunnen kijken. We weten veel, leren snel, maar blijven tegelijkertijd ook altijd een stap achter de feiten aan lopen. Net als in de mythologische wereld zijn we, getuige het bekende spreekwoord, veelal ‘aan de Goden overgeleverd.’ Wat we helaas inmiddels wél weten, is dat de doos van Pandora reeds een stukje is geopend. Laten we hopen dat we deze nog kunnen sluiten. En dat het stukje hoop, als troostend symbool voor de mensheid, uiteindelijk zal overwinnen.
Pascal Cuijpers
(Docent VO, publicist en auteur)