In haar column voor NRC Handelsblad schreef microbioloog Rosanne Hertzberger onlangs over haar enthousiasme omtrent de in ontwikkeling zijnde coronavaccins. Deze zullen naar verwachting maar liefst 90 tot 95 procent bescherming gaan bieden tegen het hardnekkige virus dat de wereld al maandenlang teistert. Het is volgens haar alleen nog maar de vraag of de aarzelende bevolking dit vaccin zomaar in zijn arm wil: ‘het is immers veiliger voor een commentator om negatief te doen, want er komt vaak een moment dat je triomfantelijk kan zeggen: ‘zie je wel’, schrijft ze.
Dat het in de huidige individualistische samenleving soms lastig kan zijn om niet in negativiteit te vervallen zal voor sommigen herkenbaar zijn. De Zweedse psycholoog en filosoof Ida Hallgren keerde zich reeds in 2017 tegen een maatschappelijke ziekte die zij in Trouw de ‘positiviteitsfaçade’ noemde. Volgens haar zijn we de vaardigheid om om te kunnen gaan met tegenslagen aan het verliezen. De diverse soorten sociale media zijn daar onder andere een oorzaak van. Het is vaak een geforceerde vorm van bouwen aan een virtueel muurtje om gezichtsverlies te voorkomen. Op deze manier houden we de schijn hoog en vormen we online niet alleen een persoonlijkheid die verwachtingen schept naar de buitenwereld toe, maar ook naar onszelf. Daarmee laten we indirect steeds minder zien wie we daadwerkelijk zijn en waar we écht behoefte aan hebben.
Rommel maken mag, opruimen moet
Zijdelings gerelateerd aan het bovenstaande herinner ik mij het gesprek dat ik enkele weken geleden had met René. Hij is een leerling uit de derde klas vmbo die slechts enkele jaren geleden vanuit Zuid-Afrika verhuisde naar Nederland. Dit schooljaar kreeg ik hem voor het eerst in de les. Het viel me meteen op dat hij erg goed de Nederlandse taal beheerst en zeer geïnteresseerd en gedisciplineerd is. Waar de klasgenoten om hem heen zich soms kunnen laten afleiden door wat dan ook, is hij een baken van rust en zelfbeheersing. Aan het einde van elke les vraagt hij altijd of hij nog met iets kan helpen. Een creatief vak, waarin elke les met diverse materialen gewerkt wordt, vraagt immers om een gestructureerde organisatie van de les. Het uitgangspunt is dan ook ‘rommel maken mag, opruimen moet’. René neemt dit erg serieus.
Roulatiesysteem
Elke les hanteer ik een roulatiesysteem, waarbij elke leerling aan de beurt komt om mee te helpen met opruimen en schoonmaken. Waar sommigen nogal eens met enige tegenzin hun taak uitvoeren of er onderuit willen komen, staat René altijd klaar om te helpen met vegen, ophalen, de prullenbakken legen of de paletten, kwasten en wasbakken te ontdoen van hun verfresten. Ook al is de bel gegaan en de middagpauze begonnen, het maakt hem niets uit om nog even de randen van de wasbak te vegen en de vuile poetsdoeken minutieus op een droogrek te draperen. “Meneer, ik help graag andere mensen. Ik krijg zoveel energie van positiviteit”, zei hij opeens, terwijl hij op zijn gemak de tas inpakte.
Oprechtheid
Nadat we elkaar, zoals elke week, nog een fijne dag en alvast een prettig weekend wensten, dacht ik tijdens de pauze in een schoon lokaal na over zijn woorden. De oprechtheid daarvan was van een overkoepelende wijsheid. Deze leerling bouwt geen muren om zich heen. Door zijn oprechte hulp en positiviteit hoeft hij niet bang te zijn voor welke vorm van gezichtsverlies dan ook. Hij hoeft geen schijn hoog te houden, is hulpvaardig en bovenal positief ingesteld. Wat mij betreft is hij hierdoor een inspirator voor velen wanneer iets niet dreigt te lukken of als het even tegen zit: ‘het is immers veiliger voor een commentator om positief te doen, want er komt vaak een moment dat je triomfantelijk kan zeggen ‘zie je wel’.
Pascal Cuijpers
(Docent VO, publicist en auteur van o.a. ‘Woordenwisseling’)
Door: Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers