Er komt extra geld voor het onderwijs. Maar liefst 8,5 miljard euro. Hoe scholen dit gaan inzetten is nog niet bekend. Moeten we tijdens de meivakantie leerlingen laten doorwerken om eventuele leerachterstanden in te halen? De zomervakantie inkorten? Naschoolse bijlessen (laten) verzorgen? Uiteenlopende ideeën en meteen alvast protesten tegen voorstellen komen voorbij op sociale media. Ook ik ben benieuwd hoe scholen en natuurlijk vooral mijn school deze gelden gaat inzetten. Ik was vooral erg benieuwd naar de mening van mijn leerlingen. Wat vinden onze brugklassers hiervan? Hoe moet extra geld besteed worden? Wat zouden zij prettig vinden.

Stellingen

In de online les van deze week besprak ik met de leerlingen uit de brugklas wat ik in het nieuws gezien en gelezen had. Ik vertelde ze dat deskundigen, leraren en directeuren aan het bedenken zijn hoe ze het geld zouden moeten besteden. Ik heb ze vervolgens een aantal stellingen voorgelegd. Leerlingen konden reageren door een groen voorwerp (eens met de stelling) of een rood voorwerp (oneens met de stelling) voor de camera te houden.

Kleinere klassen maken                                                                        Meer creatieve vakken           

Bij sommige stellingen waren de meeste leerlingen het met elkaar eens. Geen kleinere klassen want:

“Onze klas is gezellig dan ga je toch niemand wegsturen”
“In een kleine klas zitten veel minder kinderen dus kun je minder vrienden maken”
“Wat als je een klein klasje hebt en er zitten alleen stomme kinderen in”
“Nee, onze klas is goed, ik kan niemand missen”

De meeste leerlingen willen ook meer creatieve vakken. Ze willen leren hoe je betere Tik-Tok filmpjes kunnen maken. Ze willen leren hoe je een cabaretier kunt worden, willen dansles, naailes, koken, striptekenen, foto’s leren bewerken en toneelspelen. Sommige leerlingen geven aan dat ze wel zelf moeten kunnen kiezen. Dat je niet op dansles gezet wordt terwijl je wil leren hoe je een filmpje goed kunt monteren.

Meer personeel vinden de meeste leerlingen niet nodig.

“Het stikt hier al van de leraren meer is echt niet nodig”
“Ja, dan gaan ze je nog meer in de gaten houden”
“Nee niet nòg meer personeel er zijn wel belangrijkere dingen om met het geld te doen”

Het is een beetje tegenstrijdig want het overgrote deel van de leerlingen wil wèl meer hulp in de klas.

“Maar dan alleen soms, wanneer het nodig is voor sommige kinderen“
“Gewoon een extra iemand die je iets kunt vragen als je even het niet snapt, dat is fijn”
“Soms zit je lang wachten en dan is het maar een heel klein dingetje waar je nèt niet aan gedacht hebt”

Meer personeel                                                                                    Meer hulp voor leerlingen in de les

We willen dat het weer gewoon is

Over sommige stellingen ontstaat heftige discussie. Over het ‘opleuken’ van de pauzeplaats buiten zijn de meningen verdeeld. Iedereen vindt dat het leuker kan maar de een wil leuke zitjes en picknick-tafels , de ander wil kleine voetbalgoaltjes en een pingpong-tafel en weer anderen willen gras om op te liggen en een tuin waar dan ook fruit in groeit en bloemen.

Ook over het salaris van leraren zijn de meningen verdeeld. Het merendeel vindt dat leraren al genoeg verdienen. Sommige leerlingen zien wel dat leraren nu harder moeten werken en vinden dat ze wel extra geld voor moeten krijgen.

Een enkeling vindt dat het geld besteed moet worden aan les voor de leraren want sommigen kunnen nog steeds niet met “Teams” omgaan.

Veel leerlingen willen op kamp met de klas want ze hebben het kamp groep 8 ook al gemist. Of een knalfeest met de hele school als corona voorbij is. Of ze willen meer schoolreisjes: naar de Efteling of naar het buitenland.
In de gesprekken valt op dat de meeste leerlingen vooral het onderlinge contact missen. Ze willen elkaar gewoon weer zien. Ze willen van hun slaapkamer af, het huis uit.

“Zelfs irritante lessen zijn leuker dan online les krijgen”
“Ik had niet gedacht dat ik school zou missen want ik heb een hekel aan school maar toch wil ik terug”
“Ik wil naar school! Zelfs als ik dan weer saai les krijg!”

Soms komt er een vraag die me aangrijpt:

“Kun je leerachterstand hebben zonder dat je het zelf weet?”
“Wat betekent ‘verloren generatie’?”
“De scholen waren dicht maar wij hebben toch helemaal geen vrij gehad?”

Leerachterstand

De leerlingen geven bijna allemaal aan dat ze niet echt leerachterstand hebben maar vragen zich ook af hoe je dat nu kunt weten.

“Blijf je zitten als je leerachterstand hebt?”
“Krijg je leerachterstand als je niet goed meedoet met de les of omdat je iets niet snapt?”
“Krijg je extra vrij als je juist het heel goed doet online?”

De meeste leerlingen hebben niet echt zin in bijles en zijn ronduit tegen het inleveren van vakantie of naschoolse tijd om lessen te volgen. Wel vinden ze het goed wanneer er ‘hulp-lessen’ zijn voor leerlingen die dat nodig hebben. Ze geven aan dat dit dan wel op vrijwillige basis moet zijn.
Een paar leerlingen zijn bang dat ze ‘gedwongen’ zullen worden tot bijles en dat ze dan weer allerlei leuke dingen missen. Dat andere leerlingen gezellig weer kunnen afspreken en dat zìj dan niet kunnen omdat ze extra les hebben.
Een leerling merkt op dat wanneer iedereen leerachterstand heeft het weer allemaal mooi gelijk opgaat.

Opdracht

Leerlingen kregen de opdracht om goed onderbouwd, in 150 woorden te beschrijven waar het extra geld van de overheid voor gebruikt zou moeten worden.

De antwoorden van leerlingen zijn uiteenlopend. Leerlingen richten zich zowel op scholen in het algemeen als op wat er bij ons op school zou kunnen gebeuren. Veel leerlingen geven aan dat ze èn de aula (waar leerlingen allemaal tegelijk pauzeren) èn de buitenruimte te klein en te ongezellig vinden. Ze willen geld besteden aan gezellige zitjes waarin je rustig kunt lezen, gamen of chillen, ze willen meer zitplaatsen en met minder leerlingen tegelijk pauzeren. De buitenruimte (achter de school en rondom de school) willen ze groter maken en ze willen ook dat het hele buitenterrein benut moet worden en toegankelijk moet zijn voor leerlingen. Ze willen op het gras liggen/zitten. Ze willen dat de betonnen zitplaatsen met hout bedekt worden zodat het niet zo koud is. Ze willen dat de sportvelden open zijn in de pauze zodat je daar kunt rennen, een balletje trappen of simpelweg rond kunt lopen. Veel leerlingen willen dat de pauzetijden gesplitst worden zodat er vanzelf al meer ruimte komt.

Ook pleiten veel leerlingen voor een grotere catering waar veel meer mensen werken. Ze vinden dat ze te lang moeten wachten tijdens hun pauzes. Ook vinden ze de catering te duur. Liefst zouden ze gratis catering willen en meerdere leerlingen zouden ervoor zijn dat je daar een gezond gratis lunchpakket zou moeten krijgen met een broodje, drinken en fruit.

Er zijn ook antwoorden die me verrassen. Zo zegt een leerling dat ze het geld beter kunnen sturen naar scholen in arme landen. Een andere leerling vindt dat het geld helemaal niet naar scholen moet gaan maar dat het geld in extra corona-onderzoek gestoken moet worden.

Weer een ander vindt dat we het geld aan oudere mensen moet geven. Dat ze met het geld in bejaardentehuizen opa’s en oma’s moeten leren hoe ze met een tablet moeten omgaan. Oude mensen zijn veel eenzamer dan jongeren en die vinden bijles wèl leuk.

Gezien en gehoord worden

De leerlingen hebben deze opdracht over het algemeen zeer serieus opgepakt. Sommige leerlingen hebben elkaar geappt om te kijken of hun ideeën bij de rest van de klas konden rekenen op bijval. Ook hebben sommigen dit thuis met hun ouders besproken.

Hier en daar richt een leerling zich specifiek tot de minister president of tot de directeur van onze school. Ik hoor van meerdere leerlingen dat ze het leuk vinden om deze opdracht te maken omdat ze zo hun stem ook kunnen laten horen.

Het geeft leerlingen een gevoel van erkenning, ze voelen zich gehoord en gezien. En juist dat gevoel is een van de dingen die in de lock-down periode zo gemist wordt.

Laten we dus niet alleen focussen op al dan niet vermeende leerachterstanden. Laten we leerlingen niet het gevoel geven een ‘verloren generatie’ te zijn. Laten we ze niet het gevoel geven dat ze achterlopen. Het overgrote deel van de leerlingen heeft zich flexibel getoond en leerlingen hebben zich ondanks alles aangepast aan wat van ze gevraagd werd.

Het gevoel gezien en gehoord worden is voor iedereen belangrijk maar zeker voor kinderen en jongeren en zeker in deze tijd. En mooie eerste, voor iedere school bereikbare, stap is leerlingen laten meedenken over de besteding van extra gelden. Vraag dus de leerlingen nadrukkelijk om advies en neem hun bevindingen mee in de besluitvorming.

Lucy Reijnen (MEd en M SEN) geeft les aan de brugklas op 2collegeJozefmavo in Tilburg en maakt deel uit van het Leerlab ‘sociale veiligheid’ van Curio, een vmbo-mbo organisatie in West-Brabant. Daarnaast ontwikkelt ze vanuit kennisplatform ‘Kieresoe’ lesmaterialen en publicaties op gebied van positieve groepsvorming.

Door: Lucy Reijnen / Nationale Onderwijsgids