Een potlood is grafietstift met het houten omhulsel, verkrijgbaar in de hardheden van 6H (zeer hard) tot 6B (zeer zacht). Het potlood is een onmisbaar schrijfartikel. Met een potlood kun je gedachten, notities en afspraken opschrijven én weer verwijderen. De meeste potloden zijn dan ook voorzien van een gum. Het typische basisschoolpotlood zit er met HB precies tussenin die en is dus heel veelzijdig te gebruiken.

 

De meeste kinderen leren schrijven en tekenen met het potlood. Het stimuleert ook de fijnere motoriek van kinderen in de eerste levensjaren.  In groep 3 wordt een begin gemaakt met schrijven en de ontwikkeling van bijbehorende motoriek. En dat valt in het begin nog niet mee: kinderen hebben de neiging om het potlood veel te dicht bij de punt vast te houden, waardoor soepel tekenen en schrijven heel lastig is. 

 

Je zou verwachten dat je als scholier een potlood niet zou mogen gebruiken bij je eindexamen. Je kan de antwoorden immers, anders dan bij het gebruik van een pen, onzichtbaar aanpassen. Maar op de website Examenblad wordt aangeven: “Omdat hier geen expliciete regelgeving voor is gemaakt, is het aan de school om dit te bepalen. De meeste scholen staan het vanwege fraudegevoeligheid niet toe en nemen het besluit hierover op in het examenreglement”.

 

Nog maar een paar weken geleden gebruikten we het welbekende rode potlood nog om te stemmen en mochten we deze zelfs, bij hoge uitzondering, mee naar huis nemen. 

 

De Internationale Dag van het Potlood staat elke jaar op 30 maart op de kalender. In 1858 kreeg de Amerikaan Hymen Lipman op deze datum namelijk patent op het eerste houten potlood met een gum achterop. Er is geen officiële organisatie voor deze dag en ook worden er geen specifieke evenementen georganiseerd om deze dag te vieren.