De Algemene Rekenkamer geeft de nieuwe leden van de Tweede Kamer het advies mee om scherp toezicht te houden op het Nationaal Programma Onderwijs dat het kabinet eerder dit jaar aankondigde. Volgens de Rekenkamer moeten er vooraf goede afspraken gemaakt worden over de 8,5 miljard euro die in het onderwijs geïnvesteerd gaat worden. Dit meldt de Volkskrant.
In een brief aan alle kersverse leden van de Tweede Kamer waarschuwt de Algemene Kamer hen voor deze kwestie. Want, zo zegt de Rekenkamer, als er van tevoren geen goede afspraken gemaakt worden zal het later niet duidelijk zijn of de beoogde resultaten daadwerkelijk zijn behaald. De Rekenkamer beroept zich hierbij op eerdere investeringen in het onderwijs, waarvan het nooit duidelijk is geworden of het geld ook echt effectief is besteed.
Nationaal Programma Onderwijs
In februari kondigden de onderwijsministers het Nationaal Programma Onderwijs aan, dat voor “herstel en perspectief” moet zorgen na de coronacrisis. Van de 8,5 miljard euro gaat 6 miljard naar het primair en voortgezet onderwijs en 2,5 miljard gaat naar het mbo, hbo en universitaire onderwijs. Het geld moet over een periode van tweeënhalf jaar voor herstel zorgen en daarnaast ademruimte bieden.
Drie risico’s
Volgens de Algemene Rekenkamer moeten de Kamer en het kabinet eerst duidelijke doelen en beoordelingsvormen formuleren voordat dit geld uitgekeerd wordt aan de onderwijsinstellingen. Als deze afspraken niet worden gemaakt zijn er drie grote risico’s, aldus de Rekenkamer. Ten eerste kan het gebrek aan duidelijke afspraken leiden tot vertraging bij de uitvoering van plannen. Daarnaast kan het zijn dat scholen plannen maken voor zaken waar het geld niet voor bedoeld is. Tot slot is er het risico dat het geld wel wordt besteed, maar dat de resultaten onduidelijk blijven.
Door: Nationale Onderwijsgids