Uit onderzoeken van PIRLS en de Inspectie blijkt dat het leesbegrip en de leesmotivatie van kinderen al jaren daalt. Wat moet je doen als je dit signaleert op jouw school of in jouw klas? Mia Versteegen en Cor Bakker, twee ervaren onderwijsadviseurs bij 1801, ondersteunen scholen en onderwijsprofessionals bij het formuleren van een antwoord op deze complexe vraag.

“Wist je dat Nederland en België de enige landen zijn waar begrijpend lezen een apart vak is?”, zegt Mia. “Best raar, want het is eigenlijk gewoon een vaardigheid die je de hele dag nodig hebt.” Cor valt nog iets anders op: “Leraren willen kinderen wel leren lezen en nadenken, maar worden afgerekend op de toetsresultaten. Daarom wordt vaak gekozen voor een pragmatische aanpak, waarbij leerlingen vooral leren hoe zij een toets moeten maken.” 

Kennis en woordenschat

Het behoeft geen uitleg dat Mia en Cor bevlogen onderwijsadviseurs zijn, die een uur zo gevuld hebben met hun enorme hoeveelheid kennis en ervaring. Maar we willen natuurlijk toe naar de kern van het probleem, namelijk dat er over het algemeen minder wordt gelezen dan vroeger. 

“We leven in een snelle maatschappij met veel afleiding”, zegt Mia. “Kinderen – maar ook jongeren en volwassenen – lezen vaker iets op een tablet of mobiele telefoon en pakken minder snel een boek. Daarmee lezen zij oppervlakkiger en minder lang.” Cor vult aan: “Terwijl kinderen juist veel moeten lezen om diepe kennis en een grote woordenschat te vergaren om de wereld te begrijpen en verder te kunnen denken.” 

Samen verantwoordelijk 

Wat moet je doen als je de leesresultaten van leerlingen wilt verbeteren? “Veel  scholen kunnen niet wachten om hiermee aan de slag te gaan”, weet Cor, “maar de eerste stap is: rust nemen. Ga met het team in gesprek vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid: Hoe doen we het nu? Hoe ziet onze leerlingenpopulatie eruit; hebben we meer taalzwakke of taalsterke leerlingen? Doen we de goede dingen voor onze doelgroep? Hoe willen we begrijpend lezen inrichten? Wat moeten we hier als team voor doen en laten? Hebben we een eenduidige aanpak en een goede doorlopende leerlijn van groep 1 tot en met 8?” 

Vier trends 

Als de visie en de doelstellingen helder zijn, is de volgende stap: keuzes maken. “Dat is lastig, want er zijn ontzettend veel mogelijkheden”, zegt Cor. “We signaleren vier trends op het gebied van taal/lezen. Ten eerste zijn er methodes die zich alleen maar bezig houden met begrijpend lezen. Er zijn ook methodes die begrijpend lezen en technisch lezen integreren, en methodes die leerlijnen begrijpend lezen koppelen aan taalmethodes. Tot slot zijn er methodes die begrijpend lezen koppelen aan wereldoriëntatie. Naast deze keuze moet je als school ook nog besluiten in hoeverre je de methode wilt volgen of zelf lessen wilt ontwerpen, bijvoorbeeld volgens de principes van close reading.” 

Haalbaarheid 

Volgens Cor is er niet één manier ‘de beste’. “Het heeft de meeste impact op leerlingen als je kiest voor een methode die aansluit bij de visie van jou  school.”

Mia sluit zich hierbij aan: “Je gaat als team een lange periode met de nieuwe methode aan de slag. Zeker als je zelf lessen wilt gaan ontwerpen. Daarom moet je vooraf realistisch kijken naar de haalbaarheid van je plannen: Hebben we een vast team of zijn er veel personeelswisselingen en -tekorten? Staat het hele team achter de gemaakte keuzes? Stelt het bestuur of de schoolleider zich faciliterend op?” 

Kilometers maken 

Als je als team een passende keuze hebt gemaakt en de methode goed hebt ingevoerd, is het volgens Mia zaak om de methode niet klakkeloos te volgen. “Als leraar weet jij het beste wat jouw leerlingen nodig hebben: jíj maakt het verschil! Heb de moed om een keer iets over te slaan. Ga met kinderen in gesprek over verschillende onderwerpen en kijk waar ze op aanslaan. Geef leerlingen tijd en ruimte om te vertellen, die tekst hoeft vandaag echt niet af. Geef het proces een kans!”  

Cor vult aan: “Leerlingen hebben voor- en achtergrondkennis nodig om een tekst te kunnen begrijpen. Dat is een belangrijk doel van begrijpend lezen: je kennis vergroten. Investeer als school daarom in kennisbronnen, zoals een goed gevulde schoolbibliotheek. Stimuleer de leesmotivatie door kinderen nieuwsgierig te maken naar boeken. Help ze kiezen, ga erover in gesprek, lees voor. En laat je leerlingen elke dag minstens een kwartier in stilte lezen. Lezen is kilometers maken.” 

Duurzame verbetering 

Het klinkt logisch, maar Mia en Cor weten hoe lastig het kan zijn om dit uit te voeren in de waan van de dag. Het kan dan helpen om een adviseur taal/lezen van 1801 naast je te hebben. Mia: “Waarom zou je het wiel uitvinden als er adviseurs zijn die alle methodes kennen en objectief kunnen meedenken welke het best bij jouw school past? Wij kunnen de theorie direct vertalen naar de praktijk en onder meer helpen bij het implementeren van de nieuwe methode, het verbeteren van de vaardigheden van leraren en het borgen van de doorgaande leerlijn. Bij complexe ontwikkeltrajecten werken we met een intern leerteam om de ontwikkeling gaande te houden en ervoor te zorgen dat de school het uiteindelijk zelf kan. Zo werken we bij 1801 samen met scholen en onderwijsprofessionals aan duurzame onderwijsverbetering.” 

WELKE NIEUWE TAALMETHODE PAST BIJ JOUW SCHOOL?  

Met de komst van vijf (en binnen afzienbare tijd nog twee) nieuwe taalmethodes staan basisscholen voor een lastige keus. De taalgroep van 1801, bestaande uit Mia Versteegen, Cor Bakker, Marga van Mil-Leijtens, Inge Asscheman en Caroline van Popering, biedt onafhankelijk advies. De onderwijsadviseurs kennen de specifieke eigenschappen en onderlinge verschillen van de methodes en kunnen helpen bij het maken van een passende keuze én succesvolle implementatie.


Meer weten? Neem dan contact op met Anneke Jehee via a.jehee@1801.nl