Vader van slachtoffer bangalijst moest voor hulp alles zelf uitzoeken

Slachtoffers van zogenoemde bangalijsten krijgen te weinig hulp. Dat zegt Mark van Casteren. Hij is de vader van een studente die in maart op een bangalijst stond. Daarom richtte hij en een aantal andere ouders van slachtoffers de Stichting Stop Bangalijsten op. Dat meldt RTV Utrecht.

“We moesten echt alles zelf uitzoeken”, aldus Van Casteren. Daar kwam hij achter toen zijn dochter op een bangalijst stond. Binnen het Utrechtsch Studenten Corps (USC) ging er in maart een lijst rond. Studentes werden in de zogenaamde ‘grietenpresentatie’ beoordeeld op seksuele handelingen. Het USC schorste een aantal leden en twee Utrechters van 20 jaar werden opgepakt.

Gestopt met de studie 

Volgens Van Casteren is dat niet genoeg. Sommige meiden zijn gestopt met hun studie en hebben Utrecht verlaten. Ze zijn weer bij hun ouders gaan wonen. “En dan heb ik het nog niet eens over de psychische schade. Zo’n bangalijst gaat nooit meer van het internet af.”

In april werden er Kamervragen aan demissionair minister Yesilgöz gesteld over de bangalijsten. “Uit haar antwoorden bleek dat ze het allemaal heel erg vervelend vond, maar dat ze er weinig aan kon doen.” De makers van de bangalijsten moeten volgens de ouders aansprakelijk worden gesteld voor de schade die zo’n lijst met zich meebrengt.

Studentenverenigingen moeten zich aanpassen 

Studentenverenigingen moeten zich ook aanpassen, zo stelt Van Casteren. “Een cultuurverschuiving is makkelijker gezegd dan gedaan. De laatste jaren zijn er meer incidenten geweest bij studentenverenigingen. Dat lijken er niet echt minder te worden.”

Gedragscode 

Vijftig studentenverenigingen tekenden een aantal weken geleden wel de gedragscode. Voor zijn eigen dochter en voor de andere studentes die op de bangalijsten stonden komt de gedragscode te laat. Daarom zet Van Casteren zich hier juist voor in. “Mijn eigen dochter wil misschien dat ik het laat rusten en dat er nooit meer over gepraat wordt. Op deze manier probeer ik te voorkomen dat het over zes maanden weer raak is en dat iemand anders zijn dochter dit meemaakt.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk