Ruim zestig procent (64,5%) van de uitwonende studenten deelt alle voorzieningen met huisgenoten, vaak met 2 tot 4 anderen. Dat blijkt uit onderzoek van Studenten.net onder 1051 studenten. Studenten die in een studentenhuis wonen eten ook vaak samen, zestig procent zelfs wekelijks.
Tweederde van de studenten woont op kamers. Twee op de vijf studenten deelt een huis met 2 tot 4 huisgenoten. Zes procent van de studenten heeft zelfs meer dan 12 huisgenoten.
Samen eten?
Zestig procent van de studenten eet wekelijks samen met huisgenoten. In de gezellige huizen gebeurt dit met 22 procent 3 tot 5 keer per week. Zes procent eet zelfs dagelijks samen.
Gemeenschappelijke voorzieningen
Bijna de helft (47%) van de studenten die op kamers wonen hebben een gezamenlijke woonkamer (GK). 61,5 procent van de studenten deelt het toilet, de douche en de keuken. Veertien procent van de studenten deelt ook nog een vaste telefoonlijn met de huisgenoten.
De keus voor een kamer
De prijs van een kamer blijkt nog altijd het belangrijkste aspect te zijn bij de keus van een kamer, bijna vijftig procent van de studenten noemt dit het belangrijkste criterium. De grootte van een kamer is voor 17,5 procent van de studenten het belangrijkst, twaalf procent vindt de afstand van de kamer tot het centrum van de stad zwaarder wegen. Vijf procent richt zich meer op de afstand van de kamer tot de universiteit of hogeschool, de andere vijf procent is überhaupt al blij een kamer te vinden en stelt geen eisen. Twee procent noemt (leuke) huisgenoten als belangrijkste criterium. Hoewel dit vooraf vaak niet vast te stellen is.
Thuiswonende studenten
Een derde van de studenten woont nog thuis. We vroegen hen waarom. 36 procent noemt als hoofdreden dat het goedkoper is. Elf procent wil nog niet op zichzelf wonen en nog eens elf procent wil nog niet weg uit de eigen woonplaats vanwege vrienden en een bijbaan. 5,6 procent wil wel, maar noemt het nog niet kunnen vinden van een (geschikte) kamer als hoofdreden.
NOG