GRONINGEN - Kinderen die flesvoeding hebben gekregen, waaraan Omega-3 en Omega-6 vetzuren zijn toegevoegd, blijken op negen-jarige leeftijd een slechtere hersenfunctie te hebben dan de kinderen die deze toevoegingen in hun fles niet hebben gehad. Dat blijkt uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).
Dit is een opmerkelijke bevinding omdat uit eerder onderzoek blijkt dat deze toevoegingen in de eerste maanden na de geboorte juist een positief effect hebben op de ontwikkeling van de hersenen.
Voor het onderzoek werden 123 kinderen onderzocht die flessenvoeding zonder vetzuren kregen, 91 kinderen die wel vetzuren in de melk dronken en 127 kinderen die borstvoeding hadden. In deze studie is onderscheid gemaakt tussen rokende en niet rokende moeders tijdens de zwangerschap.
Het bleek dat de kinderen die toegevoegde vetzuren in de flessenvoeding hadden gehad iets minder goed konden plannen en organiseren. De kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap hadden gerookt en die flesvoeding met vetzuren hadden gehad, bleken bovendien meer moeite te hebben met leren en een lager verbaal IQ te hebben. Dat laatste wil zeggen dat ze een wat geringere paraatheid van kennis en woorden hebben.
Volgens de onderzoekers ´repareren´ de Omega 3- en 6-vetzuren bij deze (overigens kleine) groep kinderen, waarvan de moeder tijdens de zwangerschap rookte, de door het roken veroorzaakte daling in het IQ.
© Nationale Onderwijsgids / Martijn Keitz