Middelbare scholieren zijn niet langer verplicht een maatschappelijke stage te lopen. Voortaan mogen scholen zelf bepalen of zij de stage voor hun leerlingen organiseren. Staatssecretaris Dekker heeft tijdens het debat gisteren de PvdA, die nog twijfelde over de afschaffing, weten te overtuigen. Volgende week zal de Eerste Kamer instemmen met het afschaffen van de verplichting. Dit meldt Volkskrant.
De CDA, SP en ChristenUnie blijven tegen het afschaffen van de verplichting. Zij zijn bang dat scholen nu helemaal zullen stoppen met de maatschappelijke stage. Ook omdat de subsidie van 75 miljoen euro per jaar niet langer geboden wordt. Scholen zijn enthousiast over de leerzame stage maar de helft van de scholen heeft al te kennen gegeven zonder subsidie de stage niet langer te kunnen organiseren.
Staatssecretaris Dekker is niet bang dat de maatschappelijke stage uit het voortgezet onderwijs zal verdwijnen. Het is de taak van het onderwijs om te komen tot “activerend burgerschap en sociale integratie”, zegt hij. De maatschappelijke stage is niet het enige middel daarvoor, voegt de staatssecretaris daaraan toe.
Wel heeft hij toegezegd om de gevolgen van de afschaffing van de verplichting in kaart te brengen. Volgens Dekker behouden scholen voldoende geld om de stage in stand te houden. Ook de partijen VVD, D66 en PVV denken dat scholen wel door zullen gaan met de stages en juist meer mogelijkheden krijgen om ze in te vullen.
De maatschappelijke stage werd drie jaar geleden verplicht ingevoerd in het voortgezet onderwijs. Middelbare scholieren moeten tijdens de stage minimaal dertig uur vrijwilligerswerk doen. De VVD-PvdA coalitie nam afschaffing van de verplichting op in het regeerakkoord.
© Nationale Onderwijsgids