Henno van Horssen, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO), betoogt in een artikel in Dagblad Trouw van vandaag dat heroriëntatie een middel is om bij uitval toch het maximale uit de talenten van studenten te halen.

Eén op de vijf studenten die begint aan een universitaire studie stopt na het eerste jaar. Van de havisten die beginnen een hbo-opleiding maakt zelfs een kwart het eerste jaar niet af. En bijna een derde van de mbo-instromers bij het hbo valt uit. Van de uitvallers kiest 60% een andere studie, maar de overige 40% storten zich op de arbeidsmarkt zonder een hoger-onderwijsdiploma.

Het uitvallen van studenten is niet alleen zonde van het talent, maar ook zonde van het geld. Gemiddeld betaalt de overheid €6.500 per jaar per student aan een onderwijsinstellingen. Daarbovenop komt nog de basisbeurs die studenten ontvangen.

Volgens Van Horssen zijn studiebegeleiders vaak net brandweermannen; ze grijpen pas in als het kwaad al geschied is. Hij vindt dat er bij intakegesprekken al een band tussen student en opleiding moet ontstaan. De schifting aan de poort moet beter. Maar een goede heroriëntatie is het belangrijkst; studenten moeten behouden blijven voor het hoger onderwijs en dat kan alleen als ze bij de tweede keer kiezen wel de juiste keuze maken.

Bron: Trouw