Om ondernemerschap bij jongeren en studenten een impuls te geven, gaat vanaf 1 augustus de nieuwe ronde van de regeling Onderwijs Netwerk Ondernemen van start. Voor deze regeling stelt het ministerie van OCW samen met de ministeries van EZ en LNV zes miljoen euro beschikbaar.
Met deze regeling Onderwijs Netwerk Ondernemen (ONO) wil staatssecretaris Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven stimuleren en versterken. "Dit draagt bij aan de ondernemersgeest van leerlingen en studenten en vergroot de kans dat ze na afronding van hun opleiding mogelijk een eigen bedrijf starten," aldus Van Bijsterveldt.
Scholen uit het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs, lerarenopleidingen, kenniscentra, ondernemers en andere partijen, zoals de Kamer van Koophandel kunnen een beroep doen op deze regeling.
Ondernemen op school
In 2009 ging de ONO-regeling voor het eerst van start. Toen was vier miljoen euro beschikbaar. In totaal werden er 28 projecten gehonoreerd. Zo werd bijvoorbeeld het project ‘Ondernemers in de dop' van de Openbare Daltonbasisschool ‘de Waaier' in Rotterdam ondersteund. In dit project maken leerlingen en docenten van de groepen 5, 6, 7 en 8 binnen en buiten de school op een competitieve en deels digitale manier kennis met ondernemen. Ook het project ‘Kom over de brug' van het ROC ‘Rijn IJssel College' in Arnhem werd financieel ondersteund. Studenten van (v)mbo richtten studentbedrijven op, waarmee ze ook daadwerkelijk aan de slag moeten in hun regio.
Tweede ronde Onderwijs Netwerk Ondernemen in augustus van start
'Onderwijs Netwerk Ondernemen' maakt deel uit van het actieprogramma Onderwijs en Ondernemen. Met dit actieprogramma ondersteunen de ministeries van EZ, OCW en LNV onderwijsinstellingen om het 'leren ondernemen' verder te ontwikkelen, kennis uit te wisselen met het bedrijfsleven en de resultaten van ondernemen in het onderwijs te onderzoeken. Het actieprogramma wordt uitgevoerd door NL Innovatie, onderdeel van Agentschap NL.
De financiële ondersteuning bedraagt 75 procent van de kosten met een maximum van 150.000 euro. Van 1 augustus tot 1 oktober kunnen projectvoorstellen worden ingediend. Half december wordt bekendgemaakt welke voorstellen ook daadwerkelijk een subsidie ontvangen. Een onderwijsinstelling dient namens alle participerende partijen de aanvraag in.
Bron: Rijksoverheid