Vmbo-leerlingen kunnen leren een kinderfiets in elkaar te zetten en tegelijk leren inzien wat de betekenis van hun handelen is. Leerlingen in de sector techniek experimenteerden zo met het opdoen van kennis en vaardigheden tegelijkertijd.

Deze ontwikkeling van leeromgevingen waar kennis en vaardigheden tegelijk geleerd kunnen worden, is een belangrijke vernieuwing in het vmbo. De aanpak is veelbelovend, zo blijkt uit het onderzoek van Martijn van Schaik.

Hij promoveert vandaag aan de Faculteit Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Door de theorie direct toe te passen bij het bouwen van het fietsje, zagen de leerlingen direct de betekenis van hun handelen in. Ook ontdekten ze dat deze manier van werken toe te passen is in hun mogelijke toekomstige beroep.

Praktijkvakken en vaktheorie worden in die opzet niet langer afzonderlijk onderwezen. Leerlingen leren modellen begrijpen en toepassen door het werken aan geïntegreerde opdrachten.

Van Schaik: "Vanuit ons sociocultureel theoretisch kader verwachtten we dat als de leerlingen begeleid worden in het ontdekken en het zelf samen ontwerpen van modellen, zij betere leeruitkomsten geven dan leerlingen die de modellen eenvoudigweg krijgen aangeboden als standaardoplossingen. En dit bleek ook zo te zijn." In drie fasen voerde hij een opdracht voor leerlingen op scholen in en bestudeerde die.

Van Schaik gebruikte in alle fasen video voor observaties en interviews. Die videodata zijn de basis voor een nog te realiseren documentaire over zijn ervaringen in het VMBO (zie www.movingeducation.eu.)

Het volledige proefschrift is te downloaden via VU-dare.