De Inspectie van het Onderwijs heeft, na overleg met de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO), haar zienswijze met betrekking tot de ouderbijdragen gecorrigeerd.
In het rapport 'Ouderbijdrage in het primair onderwijs' stelde de inspectie eerder dat de hoogte van de ouderbijdrage niet mag worden bepaald door de ouderraad of oudervereniging, maar uitsluitend door de oudergeleding van de MR.
De Vereniging Openbaar Onderwijs wees de inspectie op het verschil tussen de ouderbijdrage die de ouderraad vraagt en de ouderbijdrage die een schoolbestuur (bevoegd gezag) kan instellen. In het eerste geval gaat de ouderraad zelf over de hoogte van de bijdrage en in het tweede geval de MR. In een toelichting bij het rapport maakt de inspectie nu een eind aan de onduidelijkheid.
In het rapport stelde de inspectie dat ouderraden of ouderverenigingen die zelf de hoogte van de ouderbijdrage vaststellen, in de fout gaan. De Vereniging Openbaar Onderwijs wees de inspectie erop dat die zienswijze niet juist is, omdat er een verschil bestaat tussen de 'ouderbijdrage vanwege de ouderraad' (bijvoorbeeld voor het Sinterklaas- of Kerstfeest) en de 'ouderbijdrage vanwege het bevoegd gezag' (bijvoorbeeld voor borg voor het kluisje of excursies). In het eerste geval gaat de ouderraad hier zelf over en in het tweede geval de oudergeleding van de MR.
Duidelijkheid
In de toelichting geeft de inspectie scholen, MR'en, ouderraden en schoolbesturen nog een belangrijke aanwijzing. 'De inspectie vindt het belangrijk dat voor ouders duidelijk is of de bijdrage die zij betalen de in de WPO c.q. WVO bedoelde vrijwillige ouderbijdrage betreft, of dat het gaat om de ouderbijdrage dan wel contributie van een - strikt genomen - onafhankelijk van de school functionerende ouderraad respectievelijk oudervereniging. Ouders kunnen dan namelijk een bewuste keuze maken.'