Een recent pleidooi van de Jonge Socialisten van de PvdA voor afschaffing van het bijzonder onderwijs, leidt tot uiteenlopende reacties. Eline van Nistelrooij, voorzitter van jongerenorganisatie Dwars van GroenLinks, en Ruard Ganzevoort, GroenLinks-kandidaatlid voor de Eerste Kamer, tonen zich in de Volkskrant van 3 januari voorstander van behoud van het verzuilde bestel.

De meeste argumenten die zij daarvoor aanvoeren, zoals de vrees voor 'neutraal staatspaternalisme', missen echter hun uitwerking. Van Nistelrooij en Ganzevoort varen in de discussie een conservatieve koers en vergeten volgens VOS/ABB en de Vereniging Openbaar Onderwijs een bruikbare toekomstvisie voor het onderwijs te formuleren.

Van Nistelrooij en Ganzevoort vinden net als Thomas Hendrikx, politiek secretaris van de Jonge Socialisten, dat het onderwijs kinderen moet voorbereiden op de pluriforme samenleving, maar doen geen enkel voorstel om die voorbereiding vorm te geven.

Met het in stand houden van het verzuilde bestel, waarin kinderen met verschillende achtergronden gescheiden van elkaar naar school gaan, levert GroenLinks zelfs een contraproductieve bijdrage.

Om een betekenisvolle bijdrage aan integratie en burgerschap te kunnen leveren, moeten scholen volgens VOS/ABB en de Vereniging Openbaar Onderwijs allereerst zelf het goede voorbeeld geven. Verschillende scholen voor kinderen met verschillende achtergronden zijn dan geen logische keuze en het weigeren van leerlingen op basis van levensbeschouwing is al helemaal niet wenselijk.

De belangenorganisaties voor het openbaar onderwijs vinden dan ook dat er in de toekomst geen plaats zou moeten zijn voor een verzuild onderwijssysteem en pleiten daarom voor scholen zonder denominatie. En ook op deze 'scholen' valt er, net als in het het openbaar onderwijs, voor ouders wat te kiezen. De school betrekt ouders bij het vormgeven van hun profiel en identiteit en naar wens van de ouders kunnen godsdienstige en levensbeschouwelijke lessen worden ingevuld.

Toekomstvisie
Door de Jonge Socialisten een 'schijnbaar neutraal staatspaternalisme' te verwijten, doen Van Nistelrooij en Ganzevoort het pluriforme en open karakter van het openbaar onderwijs fors tekort. Juist in het openbaar onderwijs is de diversiteit tussen leerlingen en de actieve aandacht voor de verschillende levensbeschouwingen en religies groot. Het openbaar onderwijs lijdt zo ten onrechte onder de electorale motieven van Van Nistelrooij en Ganzevoort.

Openbare scholen zijn door hun open karakter op veel manieren een afspiegeling van de maatschappij, met al haar kleur en diversiteit, en staan daarmee volgens VOS/ABB en de Vereniging Openbaar Onderwijs al met één been in de toekomst. Zij passen in een toekomstvisie, waarin er uitsluitend plaats is voor kwalitatief uitstekende scholen, waar elk kind welkom is en waar op vanzelfsprekende wijze ruimte is voor het bespreken én beleven van levensbeschouwing en religie.

De school van de toekomst levert volgens de belangenorganisaties van het openbaar onderwijs zo een wezenlijke bijdrage aan meer samenhang in de gemeenschap, niet in de minste plaats dankzij het veelzijdige karakter: niet apart, maar samen.