Normal_spaarvarken_sparen_geld

41 procent van de scholieren zegt dat er op school nog nooit aandacht is besteed aan hoe je met geld moet omgaan. Dat blijkt uit het Nibud Scholierenonderzoek 2016. Drie jaar geleden zei 44 procent van de scholieren dit. Nibud pleit daarom voor structurele financiële educatie op scholen. Dat meldt Nibud.

Uit het Scholierenonderzoek blijkt dat scholieren die met hun ouders praten over geld en geholpen worden met budgetteren en sparen, planmatiger met hun geld omgaan. Zij sparen meer en maken vaker een overzicht van de inkomsten en uitgaven. Scholieren die zeggen dat hun ouders het belangrijk vinden dat zij goed met geld leren omgaan, krijgen vaker kleedgeld.

Meer dan de helft van de ouders betaalt de volledige kosten van kleding, schoenen en de smartphone van hun kinderen tussen de 12 en 18 jaar. Het Nibud vindt dat ouders hun pubers meer zelf achter het ‘financiële stuur’ moeten zetten, in plaats van hun kinderen de rol van bijrijder te geven. Nibud-directeur Gerjoke Wilmink: “Het is belangrijk dat scholieren al op jonge leeftijd leren planmatig met geld om te gaan. Zo zouden ouders die zak- en kleedgeld geven ook hun kinderen kunnen vertellen wat ze van dat geld moeten doen en welk gedrag ze vrij te besteden hebben. Zo krijgen hun kinderen de kans om te leren omgaan met financiële verplichtingen.”

Een op de vijf scholieren op het voorgezet onderwijs heeft het thuis financieel gezien moeilijk. Zij geven aan dat er bij hun thuis weinig geld is, dat hun ouders vaak zeggen dat ze geld tekort komen of dat ze merken dat hun ouders zich zorgen maken over geld. Deze scholieren hebben per maand gemiddeld minder inkomen, komen vaker geld tekort, vinden dat ze minder goed met geld om kunnen gaan en zijn minder positief over de toekomst. Ook krijgen deze scholieren minder uitleg over omgaan met geld van hun ouders dan andere kinderen. Daarom pleit het Nibud voor structurele financiële educatie op scholen. “We kunnen er niet van uitgaan dat alle ouders daar thuis tijd en aandacht voor hebben”, aldus Wilmink.

Van maart 2016 tot mei 2016 hebben 3.479 scholieren een online vragenlijst ingevuld. De respondenten zijn herwogen naar geslacht, leeftijd en provincie zodat het onderzoek een representatieve weergave geeft van scholieren op het vmbo, havo en vwo in Nederland. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door ING Nederland en Nationaal Fonds Kinderhulp.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids