Normal_read-1342499_960_720

De Stichting Lezen en Schrijven maakt zich zorgen over het groeiende aantal 15-jarigen in Nederland dat moeite heeft met lezen. Volgens de stichting besteedt het vervolgonderwijs bovendien te weinig aandacht aan leesachterstanden en laaggeletterdheid onder jongeren. 

Uit de meest recente internationale PISA-studie blijkt dat 18 procent van de 15-jarigen in Nederland niet goed kan lezen. In 2003 was dit nog 11,5 procent. Dit betekent dat één op de zes jongeren van 15 jaar het Nederlands zodanig slecht beheerst dat ze bijvoorbeeld een brief van de gemeente of de ondertiteling op tv niet kunnen volgen. Op mbo-2 niveau gaat het zelfs om één op de drie jongeren.

In het rapport 'Preventie door interventie' dat Lezen en Schrijven vandaag presenteert, uit de stichting haar zorgen en roept op tot actie. In het basisonderwijs zijn er lesprogramma's voorhanden om leesachterstanden bij kinderen aan te pakken. In het vervolgonderwijs is die aandacht er echter nauwelijks. Een gemiste kans, aldus de stichting: "Ingrijpen op die leeftijd kan nog een belangrijke impact hebben."

De onderzoekers van het rapport stellen dat de leesvaardigheid waarschijnlijk achteruit gaat doordat jongeren steeds minder lezen. "Hoe verderop in de schoolcarrière, hoe akeliger de cijfers", zegt directeur Merel Heimens Visser. De stichting wil dat er ingegrepen wordt. Laaggeletterdheid gaat met veel bijkomende problemen gepaard. Dit veroorzaakt veel leed bij de mensen zelf en kost de samenleving veel geld.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids