Hoe toekomstbestendig is het examen? Er zijn goede argumenten voor het handhaven van het huidige examen. Tegelijkertijd dringen critici aan op aanpassingen. In een nieuwe literatuurstudie gaan vijf onderzoekers in op de argumenten voor en tegen het huidige examen. Dit meldt NRO.
NOG
Nieuwe literatuurstudie naar toekomstbestendigheid eindexamens
-Recente externe evaluaties van de OECD oordelen in zeer positieve termen over het Nederlandse onderwijsevaluatie-systeem. Toch is er ook kritiek op ‘een smalle kijk op onderwijskwaliteit’ en op negatieve gevolgen van toetsen en examens.
De kritiek op het examen richt zich in hoge mate op het centraal examen. In de eerste plaats wordt gesteld dat in het centraal examen veel te smal wordt getoetst. Een tweede lijn van kritiek is dat er eigenlijk teveel en te rigide getoetst wordt. In de derde plaats is er kritiek op het gebrek aan flexibiliteit bij toetsen en examens.
Een belangrijk argument voor een centraal examen is het zogeheten civiel effect. De standaardisatie van het examen garandeert de toegang tot het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt. Internationaal onderzoek levert aanwijzingen dat een centraal examen gunstig is voor de onderwijsprestaties. Landen met een op standaarden gebaseerd eindexamen presteren door de bank genomen beter dan landen zonder zo’n examen.
Welke mogelijkheden zijn er dan om de kwaliteit te verbeteren? De onderzoekers werpen daarbij de vraag op hoe de centraal schriftelijke examens beoordeeld zouden kunnen worden; het zijn de enige landelijk verplichte toetsen waarvan de kwaliteit niet door een externe instantie wordt beoordeeld. Een tweede aandachtspunt is de representativiteit van toetsen en examens: hoe speelt dit criterium een rol bij de alignment van toetsen en examens in het voortgezet onderwijs?
Kwaliteitsverbetering van het examen is verder ook mogelijk dankzij de beschikbaarheid van ict. Zo biedt het digitaal afnemen van toetsen en examens de mogelijkheid om ze adaptief te maken. Een tweede innovatie betreft de inhoud en vormgeving van het toetsmateriaal, met behulp van digitale media of online bronnen. Een derde innovatie is de toepassing van authentieke toetstaken. De vierde innovatie is gerelateerd aan het gebruik van big data voor assessment.
Op basis van deze verkennende studie beargumenteren de onderzoekers dat een ingrijpende verandering van het programma van examens en eindtoetsen gezien moet worden als een stelselherziening. Dat zou daarom ‘evidence based’ moeten worden. De onderzoekers besluiten dan ook met de contouren van een nieuw beleidsgericht onderzoeksprogramma, om op een aantal gebieden een nadere ‘evidence base’ van het beleid te geven.
Meer informatie hierover is te vinden via NRO.
Door: Nationale Onderwijsgids