De Inspectie van het Onderwijs krijgt naar aanleiding van mediaberichten diverse vragen over de rol van de onderwijsinspectie in relatie tot levensbeschouwelijke opvattingen en onderwijsmethoden. Wat kan en mag de inspectie wettelijk gezien wel en niet met betrekking tot bijvoorbeeld salafistisch onderwijs? De inspectie legt dit kort uit op de website.
NOG
Inspectie licht rol toe vanwege vragen over toezicht salafistisch onderwijs
-De inspectie heeft de wettelijke taak om toezicht te houden op het reguliere onderwijs zoals in de wet staat omschreven. Dat is voornamelijk bekostigd onderwijs (ruim 99 procent) en voor een klein deel niet-bekostigd onderwijs.
Daarnaast is er sprake van informeel onderwijs, waaronder levensbeschouwelijke weekendscholen. Hoewel de berichtgeving over de inhoud van de lessen en lesmaterialen bij enkele van deze informele scholen zorgelijk is, heeft de inspectie hier geen wettelijke bevoegdheid om toezicht te houden.
In het reguliere onderwijs zijn er verschillende wetten waarmee in het toezicht rekening moet worden gehouden, zoals de grondwettelijke vrijheid van onderwijs en diverse onderwijswetten, waaronder de wetten over burgerschapsonderwijs.
Dat betekent voor burgerschap, met de bijbehorende lesmaterialen, het volgende: wij kijken in het toezicht naar het onderwijs zoals in werkelijkheid dat aan leerlingen wordt gegeven: wat zijn de leerdoelen, hoe is de instructie van de leraar, welke verwerkingsopdrachten krijgen leerlingen, welke informatiebronnen en ook welke methode gebruikt de school? Wij hebben niet de wettelijke bevoegdheid om los boeken of methoden te beoordelen en wij houden daarom geen administratie van gebruikte methoden bij, aldus de Onderwijsinspectie.
Scholen hebben via de grondwettelijke vrijheid van onderwijs de ruimte om zelf de inhoud van het onderwijs, dus ook lessen en lesboeken, te bepalen. De grenzen liggen vast in de wet. Voor burgerschap betekent het dat het onderwijs niet in strijd mag zijn met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, zoals verdraagzaamheid, bevorderen van begrip voor andere mensen, het niet aanzetten tot discriminatie enzovoort. Als de inspectie zaken in het brede onderwijsaanbod constateert die strijdig zijn met deze basiswaarden zal er handhavend worden opgetreden.
De AIVD heeft in zijn jaarverslag vastgesteld dat de radicale islam, waaronder salafisten, steeds meer grip krijgt op het islamitisch onderwijs. Het gaat hierbij vooral om naschoolse lessen, die onder het informele onderwijs vallen waar wij geen toezicht op houden. De AIVD heeft de inspectie tot op heden één keer geïnformeerd over mogelijke salafistische invloeden in het reguliere onderwijs. Dat was in het kader van het Cornelius Haga Lyceum.
Door: Nationale Onderwijsgids