Tweede Kamer staat achter vader die ageert tegen dure rekenmachines
Op de bovenbouw van havo en vwo zijn leerlingen verplicht om een grafische rekenmachine aan te schaffen van zo’n 110 euro. Heb je als ouder meerdere kinderen, dan moet elk kind opnieuw zo’n duur apparaat aanschaffen; er is bijna jaarlijks een vernieuwde versie van beschikbaar. Vader Arjen van Gijssel uit Ruurlo vond het de spuigaten uitlopen en schreef daarom een brief naar de Tweede Kamer. En wat blijkt: een meerderheid is het met hem eens. Dit melden De Stentor en NOS.
Havo- en vwo-scholieren met wiskunde in de bovenbouw zijn verplicht een grafische rekenmachine aan te schaffen omdat ze anders geen examen kunnen doen. "Het zou geen probleem hoeven zijn als de oudste zo'n rekenmachine aanschaft en die gewoon aan het volgende kind kan doorgeven. Maar er is kennelijk sprake van een ontwikkeling van die machines. Ik vind dat complete humbug”, zegt Van Gijssel, vader van vier kinderen, tegen NOS.
 

Elk jaar weer een andere versie

Fabrikanten brengen namelijk elk jaar een net iets andere versie op de markt, waarna landelijke onderwijscommissies de oude versies niet meer toestaat bij tentamens. De veranderende functionaliteit van de machines zit hem bijvoorbeeld in een examenknop, die moet voorkomen dat leerlingen de veelzijdige apparaatjes ook voor andere zaken gebruiken. Of bepaalde machines blijken meer kunnen dan andere. De realiteit voor Van Gijssel is dat hij daardoor vier keer zo’n dure rekenmachine heeft moeten aanschaffen.
 
Hij schrijft daarom een brief aan de Tweede Kamer waarin hij de situatie uitlegt. Nog dezelfde dag belde CDA-kamerlid René Peters hem. En een week later vraagt een Kamermeerderheid van VVD, D66, CDA, SP en GroenLinks onderwijsminister Arie Slob er kritisch naar te kijken. Ook andere zaken die ouders zelf moeten aanschaffen, zoals laptops, worden meegenomen.
 
Door: Nationale Onderwijsgids