Lesbische, homoseksuele en biseksuele jongeren tussen de 11 en 16 jaar ervaren in hun leven meer welzijns- en leefstijlproblemen dan heteroseksuele jongeren. De gezinssituatie en ervaringen op school spelen hierbij een rol. Dat is de conclusie van SCP-onderzoek naar verschillen in welbevinden, sociale relaties en leefstijl tussen jongeren met verschillende seksuele oriëntaties. LHB-jongeren kampen vaker met slaapproblemen en problematisch gebruik van sociale media en voelen zich bijna drie keer zo vaak ongelukkig als heteroseksuele jongeren. Ondanks een lichte verbetering en een afname van pesten blijft het welzijn van LHB-jongeren fors achter op dat van heterojongeren. Het SCP pleit voor doelgericht en passend beleid om de welzijnsproblematiek onder LHB-jongeren te verminderen. Dit meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Het aantal LHB-jongeren dat gepest wordt en kampt met psychische problemen is afgenomen maar nog twee keer zo groot als bij heteroseksuele jongeren. Op het gebied van psychische problemen zijn de verschillen tussen LHB-jongeren en heterojongeren wat kleiner geworden. In 2013 gaf 53 procent aan psychische problemen te hebben, in 2017 is dit gedaald tot 43 procent. Jonge LHB’ers hebben ook vaker overgewicht en slaapproblemen: ze slapen minder lang en voelen zich vaker moe of uitgeput. Eerder onderzoek wijst uit dat langdurige slaapproblemen gepaard gaan met allerlei fysieke en psychische klachten, zoals concentratieproblemen en depressies.
Steun vanuit gezin
De steun die jonge LHB’ers vanuit hun gezin krijgen is een belangrijke pijler voor hun welzijn. Omdat jonge LHB’ers thuis minder steun ervaren dan heterojongeren, zijn ze vaker ongelukkig. Ze hebben vaker psychosomatische klachten, emotionele- en gedragsproblemen en zijn vaker moe. Een lager welzijn en minder steun vergroot voor LHB-jongeren het risico op overgewicht en middelengebruik, zoals roken en drinken. De band met leraren en gepest worden spelen ook een rol bij welzijnsverschillen.
Social media
LHB-jongeren hebben veel online contacten waar zij steun zoeken en vinden en waarmee zij mogelijke achterstanden in het sociale contact met familie en vrienden compenseren. Een keerzijde van deze sterke oriëntatie op het online leven is dat LHB-jongeren twee keer zo vaak problematisch sociale media gedrag vertonen. Het gaat bijvoorbeeld om conflicten met andere online gebruikers en online gepest worden. Problematisch gebruik van sociale media gaat ten koste van de band met leraren en de tevredenheid over het eigen leven. Deze bevindingen zijn in het licht van de coronacrisis extra pregnant: online contact is in tijden van corona belangrijker geworden waarmee het risico op overmatig gebruik van sociale media en online pesten voor jonge LHB’ers is toegenomen.
Mentale klachten in coronatijd
Het coronavirus en de maatregelen hebben veel invloed gehad op het mentaal welzijn en de fysieke gezondheid van Nederlanders. Ondanks dat we de invloed van corona niet hebben kunnen bestuderen in dit onderzoek, blijkt uit ander onderzoek dat negatieve gevoelens en psychische klachten zijn toegenomen en er minder is bewogen. Dit zijn aspecten waarop LHB-jongeren in eerder onderzoek al problemen lieten zien. Jongeren zijn bovendien hard geraakt. Het is daarom waarschijnlijk dat de mentale klachten in coronatijd verergerd zijn bij jongeren met al bestaande mentale problemen. Bij elkaar genomen is de positie van LHB-jongeren op een aantal gebieden extra kwetsbaar. Aan de andere kant is er de afgelopen jaren ook in de maatschappelijke discussie veel aandacht geweest voor gender- en seksuele minderheden, -identiteiten, diversiteit en non-binariteit. Dit kan de sociale veiligheid van seksuele en genderminderheden juist vergroot hebben.
Welzijn biseksuele jongeren is lager
De diversiteit binnen de groep van seksuele minderheden is groot. Het welzijn van biseksuele jongeren is bijvoorbeeld lager dan dat van de lesbische en homoseksuele jongeren en zij worden ook vaker gepest. Een dubbele achterstandspositie dus. De questioning youth – jongeren die (nog) niet weten wat hun seksuele oriëntatie is – nemen op veel vlakken een tussenpositie in tussen heteroseksuele en LHB-jongeren.
Voor het verbeteren van het welzijn van LHB-jongeren is het belangrijk dat de blik gericht is op het latere leven van LHB’ers. Zo kan een laag welzijn negatieve gevolgen hebben voor participatie aan de maatschappij, zoals minder kans op goede onderwijsloopbanen en werk.
Leraren en schoolleiders hebben kennis nodig
Om het welzijn van LHB-jongeren te verbeteren en inclusie te bevorderen, is kennis van de LHB-problematiek bij professionals van belang. Dit geldt bijvoorbeeld voor leraren en schoolleiders, voor jongerenwerkers, voor medewerkers van centra voor Jeugd en Gezin, voor zorgverleners en voor sportaanbieders.
Aandacht op scholen, zorginstellingen en in de sport
Aandacht op scholen voor gender en seksualiteit, zoals via het verbond Gender-Sexuality Alliance (GSA’s), kan helpen bij acceptatie en een positieve houding ten aanzien van LHB’ers. Dat bij de burgerschapsvorming op scholen sinds dit jaar verplichte aandacht is voor gender en seksuele diversiteit, is met het oog op LHB-acceptatie een goede zaak. Voor zorginstellingen kan een rol liggen in een goede afstemming van het huidige zorgaanbod op de behoeften van jonge LHB’ers. Ook kunnen organisaties zoals het Jongerenwerk en centra voor Jeugd en Gezin hun kennis vergroten en ondersteuning bieden aan ouders van LHB-jongeren. Het vergroten van de inclusie in de sport kan ook positief uitwerken op de sportparticipatie van LHB-jongeren en daarmee een gezondere leefstijl bevorderen.
Voor dit onderzoek is onder meer gebruik gemaakt van de meest recente data van het internationale jongerenonderzoek Health Behaviour in School-aged Children (2017).
Door: Nationale Onderwijsgids