Deze week is de Week tegen het pesten. We weten steeds beter wat de gevolgen op de lange termijn zijn voor slachtoffers van (online) pesten en toch liegen de cijfers er niet om. Zo zagen we de afgelopen jaren in september, aan het begin van het nieuwe schooljaar, een stijging in (online) pestgedrag. Na de tweede coronalockdown vorig jaar steeg het aantal gesprekken over (online) pesten bij de Kindertelefoon zelfs met 50 procent. Het percentage leerlingen in het Voortgezet Onderwijs dat online gepest wordt (denk aan sexting misbruik of online shaming) steeg van 20 procent in 2018 naar 22 procent in 2021. Dit blijkt uit cijfers van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Dat meldt ANP Expert Support.
Ondanks dat de meeste (middelbare) scholen een actief beleid voeren om (online) pesten te voorkomen, handelen scholen vaak reactief wanneer het gaat over een specifieke vorm van online pesten, namelijk: online seksueel misbruik. Schoolbesturen en docenten zijn handelingsverlegen of voelen zich niet bekwaam genoeg om over dit onderwerp te praten. Dit terwijl de reactie vanuit de directe omgeving van een kind of jongere (waaronder de mentor, docent of conrector) vaak heel belangrijk is voor het verdere herstel na een traumatische gebeurtenis. Victim blaming ligt al snel op de loer en is – naast de gebeurtenis zelf – de grootste veroorzaker van (trauma)klachten op de korte en lange termijn.
Online seksueel misbruik
We moeten het open gesprek over online seksueel misbruik voeren op een laagdrempelige, taboedoorbrekende manier die bovenal aansluit bij de belevingswereld van kinderen en jongeren. Het is essentieel dat scholen actief beleid voeren op dit thema, zodat leerlingen weten dat het thuis, op school en bij de hulpverlening, veilig is om te vertellen en docenten weten hoe zij kunnen handelen en online seksueel misbruik kunnen stoppen.
Door: Nationale Onderwijsgids