Tientallen jongeren tussen de 12 en 18 jaar namen op maandag 3 april plaats in de plenaire zaal voor het jaarlijkse Nationaal Jeugddebat. Zij discussiëerden tussen 12.30 en 16.30 uur met Kamerleden en ministers over onderwerpen die zij belangrijk vinden. Dat meldt de Tweede Kamer.
De jongeren werden opgedeeld in vier fracties. Dit jaar was er een extra, vijfde fractie. Deze werd gevormd door jongeren uit de gesloten jeugdzorg. Alle fracties hadden zelf thema’s aangedragen waarover ze willen debatteren. De thema's waren arbeidsmarkt, klimaat, jongereninspraak, jeugdzorg en prestatiedruk in het onderwijs.
Ministers Rob Jetten (Klimaat en Energie) en Dennis Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) en de Kamerleden Caroline van der Plas (BBB), Don Ceder (ChristenUnie) en Lisa Westerveld (GroenLinks) namen deel aan het debat.
Scholieren aan het woord
Voor de 17-jarige Sahíyena Moerland was het de eerste keer in de Tweede Kamer. "Ook al heb ik weinig ervaring met debatteren, ik ben heel erg blij dat ik het meegedaan. We hebben met Caroline van der Plas gesproken over jongeren op de arbeidsmarkt. We hebben met haar afgesproken om later nog een keer langs te komen om het verder te bespreken.” Ook Yonis Ali, 18 jaar, is enthousiast: “We hebben samen erg hard gewerkt aan een voorstel. We hebben de mogelijkheid om dit voor te leggen aan de ministers en de Voorzitter. We zijn super dankbaar voor deze kans en blij om gehoord te worden.” Angie Papazov, 14 jaar, vond het vooral ook 'heel spannend'. “Ik vind het heel interessant om zo in debat te gaan met minister Jetten, dit is niet iets wat ieder kind kan doen,” aldus de scholier.
Oplossing voor maatschappelijke problemen
De deelnemers kwamen uit verschillende provincies en zijn van diverse leeftijden en achtergronden. Ze legden hun oplossing voor maatschappelijke problemen op deze manier voor aan politici voor. De afgelopen maanden kregen ze trainingen in het voeren van een debat.
Kamervoorzitter Vera Bergkamp zat het debat voor. Het debat verliep via een vast stramien, net zoals dat bij Kamerleden gaat.
Door: Nationale Onderwijsgids
Bron: Tweede Kamer