Scholen balen van het besluit van minister Wiersma om ze niet langer ‘excellent’ te noemen als hun prestaties positief opvallen bij de onderwijsinspectie. Bestuurders vinden het argument van D66, dat de verkiezing een oliebollentest noemt, onzin. Dat meldt het AD.
De laatste keer dat een school ‘excellent’ wordt genoemd gebeurt in juni. Daarna is het afgelopen. Minister Wiersma schrijft dat het risico bestaat dat er ‘ongewenste concurrentie’ komt en het predicaat excellent kan kansengelijkheid tegenwerken.
Extra tandje erbij
Bestuursvoorzitter van het CVO in Rotterdam Marc Mittelmeijer ziet binnen zijn organisatie dat de aanvraag van het predicaat juist enorme energie geeft aan het personeel om een extra tandje bij te zetten voor goed onderwijs. Mittelmeijer herkent het argument voor ongewenste concurrentie dan ook helemaal niet. “Goede prestaties kunnen andere scholen juist stimuleren.”
Oliebollentest
Het predicaat verdwijnt vanwege een aangenomen Kamerwens begin dit jaar, ingediend door D66. Ook het LAKS pleitte al voor afschaffing. Kamerlid Paul van Meenen zei dat het onderwijs al te veel een wedstrijd tussen leerlingen en scholen is en noemde het zelfs een ‘oliebollentest’.
Directeur Arie Boom van vmbo-school Portus Juliana, dat vijf keer een excellente school werd, vindt het besluit van minister Wiersma jammer. “Het is geen oliebollentest, maar een zeer goede manier voor scholen om te laten zien wat ze doen.” Ook Mittelmeijer noemt het flauwekul dat het woord ‘oliebollentest’ is gevallen. “Dan heb je echt niet door welk effect het predicaat heeft op scholen en hoe het in elkaar zit.”
Blijven belonen
De sector is nu zelf begonnen met een plan om excellente scholen toch te kunnen blijven belonen. “Bijvoorbeeld dat besturen onderling met visitaties gaan werken om zo uitblinkers eruit te pikken. Dan kunnen de medewerkers nog steeds alles uit de kast halen om goed onderwijs te geven.”
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk