Normal_8129

AMSTERDAM - Ouders van leerlingen op protestants-christelijke basisscholen dwingen vaak bij de scholen af dat leesboeken over magie, zoals bijvoorbeeld de Harry Potter-reeks, geweerd worden.

Lerarenopleider Erna van Koeve van hogeschool Windesheim promoveert vandaag aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op het thema literatuuropvattingen op open protestants-christelijke basisscholen. Een derde van alle basisscholen in Nederland is protestants-christelijk. Het merendeel daarvan is open protestants. Dat zijn scholen met een levensbeschouwelijk gemengde leerling-populatie en een open visie op hun identiteit.

Op deze open protestants-christelijke basisscholen weten orthodox-christelijke ouders met regelmaat boeken over magie en tovernarij buiten bereik van hun kinderen te houden. Deze knieval is opmerkelijk in het licht van de protestantse leestraditie, waarin niet het verbieden van boeken, maar het leren kiezen ervan belangrijk is.

Van Koeve deed onderzoek op 108 scholen en ondervroeg 144 leraren. 61 leraren zeiden geen boeken met magie te willen op school. 74 scholen deden niet mee aan de kinderboekenweek van 2005, waarin magie centraal stond.

Er ontbreekt vaak een duidelijk boekenbeleid op de scholen. 'Er is veel hapsnapbeleid. Keuzes om boeken wel of niet in de collectie op te nemen, zijn doorgaans niet gebaseerd op een duidelijke levenbeschouwelijke visie. Veel hangt af van de vraag hoe een bepaalde leerkracht denkt over bijvoorbeeld magie in boeken,' zegt Van Koeve in het Reformatorisch Dagblad.

Ook heeft de organisatie Bijbel & Onderwijs veel aan invloed gewonnen de afgelopen jaren. Deze organisatie wijst magie in kinderboeken af.

Een ander opvallend resultaat uit het onderzoek was, dat christelijke jeugdboeken ook geen populariteit genieten op de open protestants-christelijke basisscholen. Deze boeken zouden té pasklare antwoorden bieden, in plaats van aan te zetten tot zelf nadenken.

© Nationale Onderwijsgids