WOERDEN - Onderzoek dat in opdracht van de Besturenraad werd uitgevoerd ontkracht de aanname dat christelijke basischolen wezenlijk weinig meer verschillen van seculiere scholen, zo meldt het centrum voor christelijk onderwijs donderdag.
Sybren Miedema van de Vrije Universiteit en lector Ina ter Avest van hogeschool InHolland deden onderzoek naar de christelijke identiteit van basisscholen en ondervroegen daarvoor 479 schoolleiders.
Zowel via schriftelijke vragenlijsten als mondelinge interviews ontdekten de onderzoekers dat er drie typen te onderscheiden zijn als het gaat om de vormgeving van protestants-christelijke basisscholen: traditiescholen, diversiteitsscholen en zingevingsscholen.
De meeste schoolleiders (49 procent) herkennen zich het meest in de zingevingsschool, waar de persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing van de individuele leerling centraal staat en waar vanuit de eigen (christelijke) achtergrond leerlingen wordt geleerd om te gaan met verschillende levensopvattingen.
Veel schoolleiders (41 procent) rekenen zich tot de traditiescholen, die worden gekenmerkt door het feit dat de school leerlingen in aanraking wil brengen met het christelijk geloof en vindt dat ze kennis krijgen van Bijbel en christendom.
Maar 10 procent van de schoolleiders ziet zijn school als een diversiteitsschool, die het belangrijk vindt dat leerlingen gelijke kansen hebben en de leerlingen voorbereid op een leven in de multiculturele samenleving.
© Nationale Onderwijsgids / Arend Jan Wonink
