
De Tweede Kamer wil dat schoolbesturen in het primair onderwijs twee jaar geld krijgen voor het organiseren van goed onderwijs voor vluchtelingenkinderen, in plaats van één jaar. Ook moet staatssecretaris Dekker van Onderwijs onderzoeken hoe hij de bekostiging van het onderwijs aan vluchtelingenkinderen beter kan laten aansluiten op de praktijk. De Tweede Kamer heeft met verschillende moties hierover ingestemd. Dat meldt de PO-Raad.
Een andere motie die is aangenomen in de Kamer roept de regering op na te gaan wat de voor- en nadelen zijn van de verhoging van het aantal peilmomenten in het basisonderwijs van drie naar vier en wat de consequenties zijn van de bekostiging van basisscholen vanaf één vluchtelingenkind. Dit zou vooral belangrijk zijn voor reguliere scholen die slechts enkele kinderen opvangen. Deze scholen krijgen nu vaak geen extra bekostiging, omdat afhankelijk van de regeling er nu sprake moet zijn van tenminste vier of tien vluchtelingenleerlingen.
Eerder pleitte de PO-Raad in een brief aan de Kamer al voor het verlengen van de bekostiging naar twee jaar. Staatssecretaris Dekker wordt door de Kamer geacht om voor de behandeling van de Voorjaarsnota de motie uit te werken in een regeling. “Eindelijk krijgt het primair onderwijs dezelfde behandeling als het voortgezet onderwijs, dit is een geweldige opsteker voor alle basisscholen en leerlingen”, aldus PO-Raad voorzitter Rinda den Besten.
© Nationale Onderwijsgids