Leerlingen en docenten zijn de dupe van ruzies tussen schoolbesturen en gemeente over de huisvestingskosten. Hierdoor blijven renovaties uit en zitten leerlingen en docenten onnodig lang in verouderde schoolgebouwen. Door het gesteggel is het onduidelijk wie opdraait voor renovatie, zeggen de PO-Raad en experts met kennis van onderwijshuisvesting. Meldt de Volkskrant.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de bouw van nieuwe schoolgebouwen en scholen betalen het onderhoud van de panden. Hiertussen ligt een grijs gebied: het is niet vastgelegd wie opdraait voor een ingrijpende renovatie van een schoolgebouw. Er zou vaak voor renovatie gekozen worden omdat dit vaak de helft tot een derde goedkoper is dan nieuwbouw en een school kan dan weer een jaar of veertig mee.
Scholen hebben zelf vaak geen geld voor een grote renovatie en vragen daarom de gemeente om hulp, maar gemeenten zijn niet wettelijk verplicht om mee te betalen. Schoolbesturen vragen daarom vervolgens nieuwbouw aan. Dit heeft tot gevolg dat gemeentelijke budgetten voor onderwijshuisvesting sneller op gaan dan nodig en zitten leerlingen en docenten van andere scholen langer in verouderde gebouwen.
De PO-Raad en HEVO, een adviesbureau dat gemeenten en schoolbesturen adviseert over huisvesting, pleiten ervoor om in de wet vast te leggen dat gemeenten en schoolbesturen bij renovatie de kosten verdelen. De organisaties zeggen dat er de komende jaren problemen zullen ontstaan als dit niet gebeurt. Vorig jaar wilde staatssecretaris Dekker van Onderwijs renovatie van schoolgebouwen niet opnemen in de wet. Hij vond dat gemeenten en schoolbesturen daarover zelf afspraken moeten maken.
Marco van Zandwijk van kenniscentrum Ruimte-OK beaamt dat er snel iets moet gebeuren, maar een wetswijziging is volgens hem niet nodig. “Het is belangrijk dat de mindset verandert. Besturen en gemeenten moeten samen naar de lange termijn kijken. Ze moeten niet steeds een enkel gebouw bespreken, maar een integraal strategisch plan maken”, aldus Van Zandwijk.
© Nationale Onderwijsgids