Ook andere trends zijn gunstig. Het aantal leerlingen met veel lichamelijke klachten daalt. Kinderen ontbijten regelmatiger, eten vaker dagelijks fruit en zijn positiever over de buurt waar ze wonen. Minder gunstig is dat sinds 2009 het aantal leerlingen met symptomen van faalangst toeneemt. Met name niet-autochtone leerlingen zijn vaker bang om iets verkeerd te doen, en maken zich zorgen of de dingen die zij moeten doen wel gaan lukken.

Leerlingen die opgroeien in gezinnen met een lagere welvaart scoren op meerdere thema’s minder goed. Zij ervaren vaker problemen thuis, worden meer gepest en voelen zich minder veilig in de openbare ruimte. Ook tussen leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden zijn verschillen zichtbaar, al blijkt uit deze Jeugdmonitor blijkt dat de verschillen op de thema’s voeding en gezondheid zijn verminderd.

Nieuw in deze editie van de Jeugdmonitor zijn vragen over de digitale leefwereld en de thuissituatie van leerlingen met een chronisch ziek familielid. Ruim een derde van de leerlingen heeft het afgelopen jaar een negatieve ervaring op het internet gehad. Bijna de helft van de leerlingen met een chronisch ziek gezinslid heeft extra taken thuis, zoals schoonmaken of zorgen voor broertjes en zusjes.

De Jeugdmonitor (JMU) is een belangrijke bron voor de Volksgezondheidmonitor Utrecht. Aan professionals en inwoners wordt de komende maanden gevraagd of de gegevens aansluiten bij hun waarnemingen en ervaringen. Het gaat om het duiden van de uitkomsten, het delen van kennis en het ophalen van signalen en vragen rondom opgroeiende jeugd.

Organisaties in de stad, wijken en scholen benutten kennis uit de JMU om te bekijken op welke (nieuwe) thema’s een gezamenlijke inzet nodig is of blijft. De gemeente signaleert, agendeert en facilitereert, steeds gericht op het verkleinen van (gezondheids)verschillen en het stimuleren van een gezonde start voor de Utrechtse jeugd.

© Nationale Onderwijsgids