Hoogbegaafdheid wordt vaak vastgesteld op basis van een hoge IQ-score. Deze score betekent dat een leerling sterk ontwikkelde analytische vaardigheden heeft. Orthopedagoog Joyce Gubbels onderzocht de ontwikkeling van verschillende typen vaardigheden bij basisschoolleerlingen, en laat zien dat er – naast de groep analytisch begaafde leerlingen - een groep creatief begaafde leerlingen is die ook baat heeft bij verrijkingsprogramma’s. Dat meldt Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.
“Volgens de theorie van succesvolle intelligentie zijn er zowel analytische, creatieve als praktische vaardigheden nodig om succesvol te worden”, aldus Joyce Gubbels. Het onderwijs test leerlingen desondanks vooral op één ding: analytische vaardigheden, terwijl er ook hoogbegaafden zijn die voornamelijk creatief begaafd zijn. Gubbels: “Er zou meer aandacht moeten zijn voor creatieve hoogbegaafdheid; dat wordt maar weinig getoetst.”
Om te kijken hoe ook de creatieve en praktische kant beter kan worden vastgesteld, deed Gubbels onderzoek onder 500 leerlingen in groep 7 en 8. Zij moesten een test maken met analytische, creatieve en praktische opdrachten. Op basis van de test laat ze zien dat het moeilijk is om de praktische vaardigheden van leerlingen in kaart te brengen. Analytische en creatieve vaardigheden kunnen wel goed getoetst worden. En dat zou volgens Gubbels dus ook meer moeten gebeuren.
In haar onderzoek laat Gubbels zien dat uitdagend onderwijs voor alle typen hoogbegaafdheid belangrijk is. Een plusklas waarbij begaafde basisschoolleerlingen één ochtend in de week lessen volgden op een middelbare school vergrootte niet alleen hun denkvaardigheden, maar zorgde er ook voor dat ze gemotiveerd bleven. De motivatie van begaafde leerlingen die niet deelnamen aan de plusklas, ging juist achteruit. Het geteste online verrijkingsprogramma (Acadin) was zelfs vooral gunstig voor creatief begaafde leerlingen, terwijl juist deze leerlingen minder vaak geselecteerd worden voor dit soort programma’s. Zij gingen niet zozeer vooruit op creatieve vaardigheden maar op hun analytische vaardigheden.
Gubbels adviseert leerkrachten op basis van haar onderzoek om breder te kijken naar intelligentie, zodat ook creatief begaafde leerlingen kunnen worden herkend en de kans krijgen deel te nemen aan verrijkingsprogramma’s. Gubbels: “Deze leerlingen worden vaak over het hoofd gezien, terwijl het online verrijkingsprogramma vooral voor hen een positief effect blijkt te hebben.”
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids