Steeds meer scholen sturen hun leerlingen een of meerdere lesuren per maand de buitenlucht in. De leerlingen van een handvol ‘buitenscholen’ in Nederland verruilen zelfs iedere dag hun klaslokaal voor de natuur. Uit onderzoek blijkt dat bewegen en buitenlucht het lerend vermogen van kinderen bevordert. “En de kinderen vinden het leuk.”
Een les meten en schatten volgen de leerlingen van de ecologische basisschool De Verwondering in Almere niet in hun klaslokaal, maar in het bos vlakbij het schoolplein. “Het is toch veel interessanter om de omtrek van een daadwerkelijke boom te meten dan om de omtrek van een plaatje van een boom in je rekenboek te meten’’, zegt directeur Paula van Kuijk.
Een zoektocht op internet leert dat er momenteel vijf van deze ‘buitenscholen’ bestaan. De leerlingen volgen hier iedere dag lessen in het bos, park of op het schoolplein. Maar ook reguliere scholen geven vaker een les in de buitenlucht. 10 procent van alle scholen heeft inmiddels beleid over het geven van lessen op en om het schoolplein, blijkt uit onderzoek van Jantje Beton.
Ook in de regen gaan de buitenlessen gewoon door
Buitenlessen hebben een heleboel voordelen, zegt Van Kuijk, directeur van een van deze ‘buitenscholen’. “De kinderen vinden het leuk, ze hebben niet het idee dat ze aan het leren zijn.’’ En ze maken zich de stof heel snel eigen, ervaart zij. “Wanneer de kinderen een dag met de groepsleerkracht over het stadslandgoed De Kemphaan gelopen hebben om de lengte en de omtrek van bomen in te schatten, beheersen ze de materie al, terwijl daar eigenlijk een compleet rekenblok voor staat.’’ Slecht weer is geen belemmering. “De kinderen hebben hier laarzen staan en regenjassen hangen en gaan gewoon naar buiten.’’
Niet alleen tijdens de lessen biologie of meetkunde gaan de leerlingen van de basisschool in Almere naar buiten. Boswachter Wim, verbonden aan Staatsbosbeheer en actief op de basisschool, verzamelde onlangs schelpen met de leerlingen van De Verwondering en vertelde tegelijkertijd over de Zuiderzee en het ontstaan van de provincie Flevoland. “Je kan tijdens zo’n geschiedenisles ook een filmpje laten zien’’, zegt Van Kuijk. “Maar nu konden de leerlingen de geschiedenis van de plek waar zij wonen ook echt ervaren.’’
De Verwondering in Almere opende in september 2018 haar deuren met 16 leerlingen. Komend schooljaar zijn dat er 82. Nog eens 70 kinderen zijn al ingeschreven voor de jaren daarna. De eerste periode vonden ouders, maar ook leerkrachten ‘eng en spannend’, zegt Van Kuijk. “We moeten, net als op alle andere scholen, natuurlijk wel alle leerdoelen behalen.’’ Volgens de directeur lukt dat vaak net zo goed buiten als binnen de schoolmuren. “We kijken altijd naar wat de kinderen moeten leren en vragen ons af of ze daarbij echt een boek nodig hebben, of dat het ook anders kan.’’
Vaker buiten spelen zorgt voor betere prestaties in de klas
Beweging en buitenspelen zorgt ervoor dat kinderen makkelijker kunnen leren. Dat concludeert natuurkundige en wetenschapsjournalist Mark Mieras. Voor Jantje Beton en Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN) bestudeerde hij in 2018 meer dan zeventig verschillende onderzoeken over het belang van buitenlessen voor het kinderbrein. Meer sport en spel, meer beweging en meer vrije speeltijd zorgt ervoor dat leerlingen beter kunnen presteren, staat in het artikel ‘Buitentijd is leertijd’.
Kinderen kunnen zich na het bewegen beter concentreren en kunnen tijdens het slenteren op het schoolplein beter verwerken wat ze zojuist in de klas hebben geleerd. Daar komt nog bij dat de luchtkwaliteit op veel scholen niet zo goed is. Af en toe een frisse neus halen tussen de lessen is dan des te belangrijker.
De stichting Jantje Beton is daarom een groot voorstander van buitenlessen. Om leerlingen vaker buiten te laten spelen en leren, organiseert de stichting jaarlijks de Nationale Buitenlesdag. Afgelopen april deden daar 2700 scholen aan mee. Tijdens de eerste Nationale Buitenlesdag in 2016 waren dat nog 135 scholen. “Uit een onderzoek dat wij gedaan hebben, bleek dat 75 procent van de leerkrachten buiten les wilde geven, maar niet over de benodigde tools beschikte’’, zegt projectleider Wilma Nugteren van Jantje Beton. “Daarom hebben wij een heel pakket ontwikkeld met voorbeeldlessen zoals rekenen en taal, maar ook over de natuur.’’
Het pakket gaat niet alleen over de inhoud van de lessen. Er staan bijvoorbeeld tips in om de kinderen, ook in de buitenlucht, bij de les te houden. Nugteren ziet dat steeds meer reguliere scholen een buitenles opnemen in hun programma. “Buiten leren heeft ook zo’n positief effect op kinderen’’, benadrukt zij. “Door de frisse lucht kunnen kinderen de lesstof beter opnemen en blijft het ook beter hangen.’’ Doel van Jantje Beton is om scholen te motiveren hun leerlingen tenminste een keer per week buiten te onderwijzen.
Buiten leren over een duurzame toekomst
De Duurzame Pabo, een netwerk dat samen met IVN en Natuurwijs pabo’s en instanties zoals het WNF Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten met elkaar verbindt, ziet nog een belangrijk voordeel van lessen in de buitenlucht: de liefde voor de natuur vergroten en de basis leggen voor een duurzamere toekomst. “Buiten ervaren de kinderen de natuur en zien ze ook de kwetsbaarheid ervan en de noodzaak om het te beschermen’’, zegt programmamanager André de Hamer. “In het echt maakt dat veel meer indruk en is het veel duidelijker dan als je dat uit een boekje moet leren.’’
Inmiddels volgen negen pabo’s het programma ‘Natuur als leukste vak op school’ van de duurzame pabo. “We hopen dat deze pabo-studenten straks als leraar daardoor ook vaker met hun leerlingen eropuit trekken’’, zegt De Hamer. Doel van de Duurzame Pabo is dat uiteindelijk alle 34 pabo’s in Nederland dit programma opnemen in hun curriculum.
Voelen aan de ruwe schors
Kleuterleraar Felix de Bont, van de antroposofische buitenschool De Verwondering in Alteveer (ondanks de identieke naam niet verbonden aan de school in Almere), doet dat al. Hij gaat vrijwel iedere dag met de kleuters uit zijn klas naar het naastgelegen bos. Daar spelen de kinderen, klimmen ze in bomen, verzamelen ze takken en bestuderen ze de beestjes in het mos. “Doel van het kleuteronderwijs is wat mij betreft dat kinderen zich thuis voelen in de wereld’’, zegt De Bont. “Dat doen ze door erop uit te gaan. Te ondervinden hoe de seizoenen werken en door te voelen dat de schors van een boom ruw is en dat de bladeren glad worden als het regent.’’
De kleuterleraar ziet dat veel jonge kinderen weinig naar buiten gaan en teveel zitten. “De eerste zeven jaar is een kind bezig om het eigen lichaam te ontwikkelen’’, zegt hij. “Om te leren ruiken, voelen, evenwicht bewaren en de spieren te versterken. Dat werkt beter als je in bomen kan klimmen dan als je in een lokaal zit achter een tafeltje.’’
‘Eng om te zien hoe hoog kleuters klimmen’
De Verwondering opende in 2017 haar deuren en had dit schooljaar elf kinderen verdeeld over twee klassen. De Bont was zelf jarenlang actief bij scouting, buiten zijn is dus niet nieuw voor hem. Toch moet hij af en toe wennen aan de risico’s die de kinderen nemen. “Af en toe is het best wel eng om te zien hoe hoog de kleuters klimmen of springen’’, zegt hij. Maar vrijwel altijd schatten de kinderen zelf hun vaardigheden goed in, is de ervaring. “Al moet ik ervoor waken dat kleuters hun grenzen overschrijden door groepsdruk. Dan grijp ik in.’’ Tot nog toe is er, behalve een schaafwond, splinter, muggenbult of tekenbeet, nog niets gebeurd met zijn pupillen. “Kinderen worden tegenwoordig heel veilig opgevoed, terwijl je juist zelfvertrouwen halen uit het doen van fysieke uitdagingen, het nemen van risico’s en het ontdekken van de eigen grenzen.’’
Als voorbeeld noemt De Bont een kleuter die naar De Verwondering kwam nadat hij was vastgelopen in het reguliere onderwijs. “De eerste maand heeft hij vooral in hele hoge bomen geklommen en is hij van de hoogste takken afgesprongen’’, zegt De Bont. “Zijn zelfvertrouwen is daardoor gegroeid.’’
Op dinsdag 7 april 2020 organiseren Jantje Beton en IVN een nieuwe Buitenlesdag.
© Nationale Onderwijsgids / Marjolein Kooyman