Het oordeel over de basisvaardigheden (de standaard OR1 Resultaten) worden gebaseerd op de referentieniveaus voor taal en rekenen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee indicatoren, waarin de behaalde referentieniveaus voor lezen, taalverzorging en rekenen samen worden genomen:
- Het percentage leerlingen dat aan het einde van het basisonderwijs het fundamentele niveau 1F haalt voor taal en rekenen. In principe zou elke leerling dit niveau aan het einde van de basisschool moeten beheersen.
- Het percentage leerlingen dat aan het einde van het basisonderwijs het hogere niveau (streefniveau) 1S voor rekenen en 2F voor taalverzorging en lezen haalt. Het streven moet zijn dat zoveel mogelijk leerlingen dit niveau beheersen.
Om een stabiel beeld te krijgen, wordt naar de resultaten van de laatste 3 jaar samen gekeken. Afhankelijk van de leerlingenpopulatie ligt de lat (signaleringswaarde) voor het aantal leerlingen dat 1S/2F haalt hoger of lager. Voor het oordeel Voldoende moeten beide indicatoren boven de signaleringswaarden liggen.
Als de resultaten onder de signaleringswaarden liggen, wordt de school tijdens een onderzoek om een verantwoording gevraagd. Hierbij wordt gedacht aan bijzonderheden met betrekking tot de leerlingenpopulatie en passend onderwijs.
De signaleringswaarden
De signaleringswaarde voor 1F is gelijk voor alle scholen. De signaleringswaarden voor 1S/2F zijn afhankelijk van de schoolweging. Deze zijn zo gekozen dat ongeveer 90% van de scholen per schoolwegingscategorie resultaten behaalt die boven de signaleringswaarden liggen.
Meer informatie over het model is
hier te vinden.
Door: Nationale Onderwijsgids