Het inburgeringsbeleid brengt niet wat het kabinet-Rutte II ervan verwacht had. Het lukt veel migranten niet om het examen binnen de maximale termijn van drie jaar te halen. Wie officieel is ingeburgerd zou dan zelfstandig en actief aan de Nederlandse samenleving moeten kunnen deelnemen.
Volgens een rapport van de Algemene Rekenkamer, dat dinsdag is verschenen, is het aantal inburgeraars dat erin slaagt om een hoger niveau te halen dan het verplichte examenniveau zelfs drastisch afgenomen. Dat kan de kans op werk of een opleiding negatief beïnvloeden, aldus het adviesorgaan.
In het rapport worden de resultaten tegen het licht gehouden van de Wet Inburgering die in 2013 van kracht ging. De sleutelrol die gemeenten speelden, is door de bezuinigingen grotendeels verdwenen. Van de 5415 inburgeraars die in de eerste helft van 2013 inburgeringsplichtig werden, had de helft op 1 juli vorig jaar nog niet voldaan aan de plicht. Een op de drie was geslaagd en een op de zeven (15 procent) was ontheven van de plicht of vrijgesteld.
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken zegt dat hij in oktober al maatregelen heeft genomen om de problemen aan te pakken. "Maar ik ben het eens met de rekenkamer dat het beter kan en beter moet met de inburgering van nieuwkomers in ons land. Mocht dat nodig zijn dan neem ik aanvullende maatregelen'', aldus de minister.