Nederland is geen voortrekkersland meer op het gebied van lhbti-rechten, stelt minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) op de dag van de Canal Parade in Amsterdam. In gesprek met het internationale persbureau Bloomberg zegt hij dat het niet vanzelfsprekend is dat de samenleving inclusiever wordt en bepleit hij dat hier meer voor moet gebeuren.
De minister zegt dat het momentum voor lhbti-rechten aan het vertragen is wegens opkomend verzet hiertegen. Hij zegt dat extreemrechtse partijen zich wereldwijd inspannen om groepen uit elkaar te drijven.
'Een kleine minderheid houdt de vooruitgang tegen'
In Nederland houdt volgens Dijkgraaf een kleine minderheid de vooruitgang tegen. "Die minderheid krimpt niet en laat zelfs steeds meer van zich horen. Afgelopen jaren en vooral dit jaar zijn we getuige geweest van meer geweld en agressie, of het nu gaat om voetbalsupporters of vernielingen aan monumenten", aldus de minister tegen Bloomberg.
Tolerant
Het speelt volgens de bewindsman ook mee dat inwoners Nederland zien als een progressief land en daarom tolerantie richting lbthi'ers als vanzelfsprekend zijn gaan zien. "In Nederland hadden we voor een lange tijd het gevoel dat we voorop liepen", zegt hij. "We waren heel trots op onze traditie om erg tolerant en open te zijn."
Europese ranglijst voor lhbti-rechten
Inmiddels loopt Nederland allang niet meer voorop volgens de internationale belangenorganisatie ILGA. In de Europese ranglijst voor lhbti-rechten van 2022 staat Nederland op de vijftiende plek. Mensen in deze gemeenschap krijgen steeds vaker te maken met haatmisdrijven, schrijft de organisatie in een rapport. Bovendien worden transpersonen die te maken krijgen met huiselijk geweld onvoldoende ondersteund volgens ILGA.
Door: ANP