Gemeente Amsterdam wil daling zwemdiploma's tegengaan

Het aantal kinderen uit Amsterdam dat een zwemdiploma heeft gehaald daalt. In een brief aan de gemeenteraad introduceert wethouder Sofyan Mbarki (Sport en Bewegen) nieuwe maatregelen om ervoor te zorgen dat er meer kinderen een zwemdiploma gaan halen. Dat meldt AT5. 

Het programma schoolzwemmen moet aangepast worden volgens Mbarki. Schoolzwemmen wordt dankzij dat programma door de gemeente Amsterdam aangeboden. Kinderen uit huishoudens met een laag inkomen krijgen op die manier een zwemarrangement aangeboden.

Lerarentekort 

Vanwege onder andere het lerarentekort meldt een gedeelte van de scholen zich af voor het schoolzwemmen. Zelf zwemles regelen is niet voor iedereen altijd even mogelijk. Scholen waar relatief veel kinderen op zitten zonder zwemdiploma, het speciaal onderwijs en nieuwkomersklassen krijgen daarom voorrang op het aangepaste beleid.

B-diploma 

De gemeente wil dus dat er meer zwemdiploma’s gehaald worden, en dan met name het B-diploma. Daarom zijn er twee acties opgezet. De eerste actie heeft te maken met het schoolzwemmen. Oudere kinderen die geen schoolzwemmen hebben gehad mogen alsnog hun zwemdiploma A gaan halen op kosten van de gemeente.

Extra lessen voor kinderen met een beperking 

Aankomend schooljaar worden er ook extra lessen aangeboden voor kinderen met een beperking. Kwetsbare kinderen hebben buiten het reguliere schoolzwemmen om ook de mogelijkheid om zwemlessen te kunnen volgen.

Begin van dit schooljaar loopt er op vier scholen een proef om de nieuwe organisatievormen van het schoolzwemmen te ontwikkelen. Er wordt gekeken hoe scholen weer enthousiast kunnen worden van schoolzwemmen. Kinderen uit kwetsbare gezinnen mogen niet te veel onderwijstijd kwijt zijn aan schoolzwemmen.

Coronapandemie 

Het aantal leerlingen uit groep acht met een A-diploma daalde vanwege de coronapandemie. Zwemlessen gingen niet door omdat de zwembaden gesloten waren. 95,2 procent van de achtstegroepers had in 2020 een A-diploma. In 2023 was dit nog maar 92,3 procent.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk