Het pensioenfonds ABP dreigt een streep te zetten door het recent gesloten loonakkoord voor 600.000 ambtenaren, leerkrachten, militairen en douaniers. Daardoor is het niet zeker of ambtenaren nog wel een loonsverhoging krijgen van 5 procent, zoals afgesproken in de omstreden cao. Volgens het fondsbestuur kunnen de pensioenpremies niet omlaag, omdat het pensioenfonds er slecht voor staat. Dat meldt de Volkskrant.
Een belangrijk deel van de beloofde loonsverhoging van 5 procent moest uit de verlaging van de pensioenpremie komen. Als die niet doorgaat, moet het kabinet dat compenseren. Dit leidt tot een structurele begrotingstegenvallen, die kan oplopen tot enkele honderden miljoenen per jaar. Volgens het ABP kan de premie niet te veel verlaagd kan worden, omdat de pensioenen dan in gevaar komen.
Uiterlijk maandag wordt duidelijk wat het ABP zal doen. Het bestuur legt in een notitie twee keuzes voor: de pensioenuitkeringen versoberen of de premies in de buurt van het huidige niveau houden en dus niet te veel verlagen. Volgende maand wordt duidelijk hoe groot de tegenvaller voor het kabinet precies wordt. Dan stelt het bestuur van het ABP de premies voor volgend jaar vast. Het kabinet draait als werkgever van rijksambtenaren, maar ook indirect via het onderwijs, op voor de tegenvallers in de pensioenpremies. “In het loonakkoord is vastgelegd dat de pensioenpremies kostendekkend moeten zijn. De loonsverhoging van 5,05 procent voor twee jaar en een eenmalige uitkering van 500 euro zijn niet terug te draaien”, zegt Partick Fey van CNV Overheid.
© Nationale Onderwijsgids