In het basisonderwijs staan er steeds minder mannen voor de klas. Een op de zes scholen heeft zelfs helemaal geen meesters meer in dienst. Ondanks campagnes als Veel meer meester! lukt het niet meer jonge mannen aan te trekken voor het lerarenberoep. Tegelijk zullen de komende jaren veel oudere mannelijke leerkrachten met pensioen gaan. Dit meldt het Algemeen Dagblad op basis van eigen onderzoek.
Vijf jaar geleden hadden zo’n achthonderd scholen geen mannen meer voor de klas. Dat aantal is nu opgelopen naar bijna elfhonderd basisscholen. Wanneer bij een school de laatste mannelijke docent is vertrokken, blijkt het des te moeilijker om een nieuwe meester te vinden. “Die kiezen liever voor een werkomgeving waar niet alleen vrouwen zitten”, zegt beleidscoördinator Diederik Brink bij vakbond CNV Onderwijs.
Deskundigen maken zich zorgen over het dalende aantal mannen voor de klas. Het is beter voor het onderwijs als het lerarenteam zowel uit mannen als vrouwen bestaat, zegt voorzitter Ton Groot Zwaaftink van Arbeismarktplatform PO. Mannen en vrouwen brengen andere ideeën in en kiezen voor andere activiteiten, zo versterken zij elkaar in het team, aldus de voorzitter. Maar vooral voor de leerlingen, en dan met name voor jongens, is het belangrijk om ook eens een meester voor de klas te treffen. Voor jongens fungeert de meester als rolmodel en dat is essentieel voor het ontwikkelen van de gender-identiteit, zegt emeritus-hoogleraar Pedagogiek Louis Tavecchio. Ook voor meisjes is het belangrijk, omdat mannen anders communiceren.
Het aantal mannen dat kiest voor het beroep van leraar, loopt al jaren terug, blijkt uit cijfers van het Centrum voor Arbeidsverhoudingen. Dat zou komen door de beperkte kansen om carrière te maken en het relatief lage salaris voor basisschoolleraren. Ook heeft het beroep niet langer het aanzien dat het vroeger had.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
