Betere leraren leiden tot betere leerprestaties bij leerlingen. Daarom investeerde de overheid de afgelopen jaren vele honderden miljoenen euro’s in de verbetering van de kwaliteit van docenten. Onderwijseconoom Marc van der Steeg onderzocht of de investeringen hun werk hebben gedaan voor zijn proefschrift. Hij verdedigt zijn proefschrift over dit onderwerp op donderdag 24 november 2016 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Dit meldt de EUR.
Van der Steeg onderzocht onder meer de effecten van twee beleidsinstrumenten, ingezet door de overheid om de kwaliteit van leraren te verbeteren: de scholingsbeurzen voor leraren en hogere salarissen voor docenten in de Randstad.
Uit het onderzoek van Van der Steeg blijkt dat de scholingsbeurzen hebben geleid tot 10 tot 20 procent extra deelname aan en afronding van bachelor- of masteropleidingen onder leraren in het basis-, speciaal en voortgezet onderwijs. Het effect blijkt echter enigszins beperkt: de meerderheid van de beurzen is gebruikt voor opleidingen die anders toch wel uit reguliere scholingsbudgetten en/of door leraren zelf zouden zijn bekostigd.
Ook investeert de overheid sinds 2009 circa 60 miljoen euro per jaar om meer leraren in de Randstad in een hogere salarisschaal te kunnen plaatsen, met als doel de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep in de Randstad te vergroten tegenover beroepen buiten het onderwijs. Het extra geld heeft geresulteerd in 20 procentpunt meer leraren die in een hogere schaal zijn geplaatst ten opzichte van scholen buiten de Randstad. Maar ook hier is het effect van de maatregel beperkt. Van der Steeg concludeert dat dit beleid heeft geleid tot iets meer behoud van leraren voor de Randstad: zo’n 125 leraren per jaar op een totaal van ongeveer 30 duizend leraren. Dit komt neer op een bedrag van circa 400 duizend euro dat nodig is om één leraar te behouden voor de Randstad.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids