“Nooit vergeet ik die ene ochtend in de klas, aan de ogen van de meester kon je zien dat er iets was” is de eerste zin van het lied “Een leven duurt een levenslang” van Kinderen voor Kinderen (1997). “Ik zag de tranen in zijn ogen” gaat het verder.
Hoe ga ik met mijn groep om als een vader, moeder, leerling of collega gaat overlijden? Moet ik mijn emoties de baas blijven? Hoe verhoud ik mij in de dagen van het verlies tot het gezin en hoe in de tijd daarna? Gelukkig is deze situatie niet voor alle leerkrachten herkenbaar, maar hij kan wel opeens bewaarheid zijn!
Een rouwprotocol, beknopt of meer uitgebreid, is vrijwel op elke school aanwezig. Meestal komt het tevoorschijn als er sprake is van een plotseling overlijden. Een naderend afscheid geeft leerkrachten meer tijd om na te denken. Zo benaderde mij een leerkracht met vragen rondom het aankomende overlijden van de moeder van een meisje van zes uit haar groep.
“Wat doet dit met jou?” vroeg ik aan de leerkracht die af en toe wat onzeker om zich heen keek. Haar antwoord op deze vraag maakte duidelijk welke kennis of hulp nodig was. Soms zit eigen rouw het handelen in de weg. Na uitleg over rouw bij kinderen op deze leeftijd - zoals de rol van schuld, schaamte en fantasie; het gedrag van een rouwend kind- kwam haar eigen handelingsverlegenheid over het onderwerp aan bod.
“Hoe praat ik er met dit meisje en de kinderen in mijn groep over?” “Hoort dit eigenlijk niet bij uitstek in het privédomein thuis? “Nee, juist niet!” luidde mijn advies. “Ga, samen met de nieuwe leerkracht - het was bijna zomervakantie- een keer op huisbezoek. Ga het onderwerp niet uit de weg, hoe moeilijk het ook is. Kijk dan naar het gedrag van het meisje, haar ouders en de eventuele andere kinderen. Dat geeft je waardevolle informatie waar je je handelen als leerkracht en als school op kunt afstemmen”. Tot slot spraken wij over hoe je als school betrokkenheid kunt tonen bij de komende uitvaart. Het hanteren van eigen emoties kwam ook aan bod. Het is een veel voorkomende vraag voor leerkrachten maar ook van ouders. Het is goed als kinderen zien dat volwassenen verdriet hebben. Het geeft ze als het ware toestemming om het te tonen. Zolang je je er maar niet in verliest en ze wel op je kunnen steunen.
Deze leerkracht wilde het meisje ook iets meegeven als troost voor de toekomst. Ze dacht aan een lied. Een pracht idee! Eigenlijk maakte ik mij geen zorgen over deze leerkracht. In een volgend gesprek vertelde ze dat het huisbezoek, samen met de nieuwe leerkracht, was gepland. Bovendien had ze een budget van school gekregen voor de aanschaf van boeken over rouwverwerking bij kinderen. Daar hadden de andere leerkrachten ook wat aan.
Bij ons laatste en derde gesprek stonden wij stil bij de uitvaart en hoe het verder was gegaan. Het had elk teamlid geraakt. De leerkracht was na het overlijden, door de directie, gedurende een periode, wekelijks een half uur vrijgesteld geweest om individueel met het meisje te werken. Samen maakte met het meisje een herinneringsdoos en bezochten ze het graf! Héél bijzonder! Dit was zoveel meer dan in het rouwprotocol stond!
Zo geef je als leerkracht een kind immer durende beschikbaarheid mee die het de toekomst nog wel eens nodig kan hebben! Rouwen zal als een slingerbeweging gaan. Daar hoort herrouwen bij. Op belangrijke momenten in het latere leven. Als een kind dan nog eens kan terugvallen op wat jullie samen deden ben je duurzaam bezig geweest!
Mary Mijnlieff is als orthopedagoog specialist op het gebied van rouw en trauma en in staat om leer- en gedragsproblemen te onderscheiden van problemen die ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Haar motto is: “Kinderen leren zich te verbinden, met zichzelf en met hun omgeving”.
© Nationale Onderwijsgids / Mary Mijnlieff