In Nederland zijn scholen en leraren niet goed voorbereid op het geven van onderwijs aan nieuwkomers, zo blijkt uit onder andere een advies van de Onderwijsraad. Daarom is in een studie van de Hogeschool Utrecht gekeken hoe Vlaanderen en Zweden het onderwijs aan deze kinderen organiseren. Vooral is onderzocht hoe zij de professionalisering van leraren hebben gerealiseerd. En of we daar in Nederland inspiratie uit kunnen halen. Dit meldt NRO.
NOG
Scholing van leraren die nieuwkomers lesgeven: hoe doen andere landen dat?
-“In Vlaanderen en Zweden worden nieuwkomers zo snel mogelijk in het reguliere basis- en voortgezet onderwijs opgevangen”, vertelt onderzoeker Maaike Hajer. Tweede-taalleraren maken deel uit van het lerarenteam en geven leerlingen zo veel mogelijk in de klas tweede-taalonderwijs en niet in aparte groepen. In Zweden krijgen de kinderen een brede meertalige intake (dus ook in hun eigen taal) om te kijken wat zij zelf al aan kennis en vaardigheden meebrengen. Om op die kennis voort te kunnen bouwen wordt begeleiding in de eigen taal ingezet met behulp van klassenassistenten. In Vlaanderen bevorderen vervolgschoolcoaches dat leerlingen in de reguliere lessen.
Het onderwijs aan meertaligen is in Zweden zo veel mogelijk inclusief en ook Vlaanderen werkt in die richting. De Vlaamse en vooral Zweedse visie op nieuwkomersonderwijs vraagt nogal wat van de professionaliteit van de leraren. In Zweden is er een structureel landelijk beleid voor nieuwkomers met daaraan gekoppelde professionalisering. De initiële opleiding Zweeds als tweede taal levert sinds twee decennia bevoegde professionals af. Nascholing van hen en van overige leraren wordt verzorgd door onder andere het landelijk expertisecentrum Zweeds als Tweede Taal, de lerarenopleidingen, de gemeentelijke onderwijsbegeleidingsdiensten en commerciële aanbieders.
Voor de lerarenopleidingen in Vlaanderen zijn eindtermen geformuleerd rond diversiteit en meertaligheid. Universitaire expertisecentra verzorgen voor een belangrijk deel de nascholing. In beide landen is er een duidelijke verbinding tussen professionalisering en actueel wetenschappelijk onderzoek.
Hajer: “In Nederland geeft de overheid geen gemeenschappelijke visie op onderwijs aan nieuwkomers en daarmee ook geen kader waar professionalisering zich op zou moeten richten. Het is misschien aan andere sleutelspelers om een gezamenlijke visie en referentiekader voor bekwaamheden van leraren te formuleren. Sleutelspelers zijn onder andere de praktijk, lerarenopleidingen, onderwijsadviesdiensten, besturen en schoolleiders, en onderzoekers. Wat ik daarin heel belangrijk vind is dat er een verbinding komt tussen wetenschap, beleid, opleidingen en het onderwijsveld.”
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids