Het ziekteverzuim van docenten in het voortgezet onderwijs is voor het derde achtereenvolgende jaar gestegen, naar 5,6 procent in 2018. Hiermee wordt het gemiddelde ziekteverzuimpercentage van 5 procent losgelaten, en is er sprake van een trendbreuk. Dit meldt Voion.
NOG
Trendbreuk: ziekteverzuim docenten voortgezet onderwijs wederom gestegen
-Het verzuimpercentage van docenten is in 2018 ten opzichte van vorig jaar gestegen van 5,3 procent naar 5,6 procent. In de afgelopen drie jaar is het verzuimpercentage gestegen met 0,7 procentpunt. Bij het onderwijsondersteunend personeel steeg het verzuimpercentage met 0,5 procent van 5,5 procent in 2017 naar 6,0 procent in 2018. In de afgelopen vier jaar is het verzuimpercentage gestegen met 0,9 procent.
Hiermee lijkt er sprake te zijn van een trendbreuk. Het gemiddelde ziekteverzuim van de afgelopen 10 jaar onder docenten was namelijk circa 5 procent, die van onderwijsondersteunend personeel zo’n 5,5 procent.
Door de extreme griepgolf van vorig jaar lag het in de lijn der verwachting dat de ziekteverzuimcijfers wat hoger zouden uitkomen. Toch blijkt dat dit niet de enige verklaring kan zijn: in het primair onderwijs daalde het ziekteverzuimpercentage zelfs. Een eenduidige motivering voor de stijging van het ziekteverzuim is echter niet te geven.
De verzuimcijfers per school zijn beschikbaar via de Verzuimbenchmark-VO. In de verzuimbenchmark kunnen scholen de meldingsfrequentie en het verzuimpercentage vergelijken met dat van - qua type overeenkomstige - andere scholen.
In het rapport Ziekteverzuimcijfers 2018 voortgezet onderwijs zijn de verzuimcijfers uitgesplitst naar personeels- en schoolkenmerken, zoals leeftijd, geslacht, aanstellingsomvang, denominatie, schoolgrootte en schooltype.
Door: Nationale Onderwijsgids